Een boek in de stijl van Feitenkennis van Hans Rosling, en dat is geen toeval. Hannah Ritchie ziet Rosling als haar voorbeeld, kijkt óók naar de positieve trends in data, als onderzoeksleider bij Our World in Data. In Niet het einde van de wereld uit 2024 gebruikt ze die trends om een einde te maken aan het doemdenken. Waarom? Omdat die doemverhalen vaak niet waar zijn, worden gebruikt om urgentie te creëren maar het vertrouwen in de wetenschap juist omlaaghalen, en ons verlammen. Goed uitgangspunt!
Wat mij betreft is Hannah in haar opzet geslaagd om ons wél bezorgd, maar ook vastberaden te maken, ons perspectief te geven. Zij laat in feite hetzelfde zien als Rosling in Feitenkennis: De wereld is verschrikkelijk. De wereld is enorm verbeterd. De wereld kan (moet) nog verder worden verbeterd. Voor 1 oplossing en 7 specifieke problemen laat ze ons zien wat de trends zijn, wat we echt moeten doen, en wat we net zo goed kunnen laten, omdat het nauwelijks impact heeft. Vooral in die laatste categorie las ik heel wat verrassende feitjes. Want dat is ook dít boek weer: volledig op feiten gebaseerd, zeg maar Feitenkennis 2.0.

Het Mens & Maatschappijboek Niet het einde van de wereld…
… pakt in 8 hoofstukken, 1 oplossing en 7 urgente problemen bij de kop. De oplossing is Duurzaamheid; de 7 problemen zijn Luchtverontreiniging, Klimaatverandering, Ontbossing, Voedsel, Biodiversiteitsverlies, Plastic in de oceanen, Overbevissing. Ik merkte dat ik voor een aantal van deze onderwerpen heel veel las wat ik nog niet wist, en dus veel hierover opschreef. Wat waren mijn eye-openers?
Duurzaamheid
Hannah geeft Duurzaamheid een definitie die aansluit op de Donut van Kate Raworth: Duurzaamheid is én welzijn voor nu en voor iedereen én het milieu niet verpesten voor later. Ze stelt dat de inheemse volken helemaal niet zo duurzaam leefden als je deze definitie hanteert: ze waren goed voor het milieu, maar er was weinig welzijn en een enorme kindersterfte. De wereld is wat dát betreft nog nooit duurzaam geweest. Dit uitgangspunt verklaart ook de ondertitel van het boek: Waarom wij de eerste generatie zijn met perspectief op een duurzame planeet. Inmiddels is het welzijn overal gestegen, en we weten wat we moeten doen om overal een voldoende niveau voor elkaar te krijgen.
Resteert dus het tweede deel: het milieu niet verpesten voor later. Ze maakt korte metten met twee veelgenoemde andere oplossingen. Krimp van de wereldbevolking kán niet zo snel dat het voldoende helpt tegen de milieuproblemen, tenzij we actief mensen gaan doden of voorkomen dat er überhaupt nog kinderen komen (nu ligt het gemiddelde op 2 kinderen per vrouw, zelfs een wereldwijde 1-kind politiek zal niet genoeg zijn). En Degrowth maakt de wereld arm, terwijl er nog zoveel armoede op de wereld is. Duurzaamheid is de verzamelnaam van alle oplossingen die wél werken voor de 7 problemen die erna komen.
Luchtverontreiniging
Luchtverontreiniging is het eerste probleem, en Hannah gebruikt de ‘airpocalyps’ van Beijing om aan te geven hoe erg die was. Wás, ja, want Beijing slaagde erin om die binnen 7 jaar terug te dringen door alle oude auto’s van de weg te halen en industrieën rond de stad te sluiten. De luchtkwaliteitsverbetering was aanzienlijk. Het kán dus.
De oorzaak van die smerige lucht is het verbranden van dingen. Dat probleem ontstond 400.000 jaar geleden al, toen er hout werd verbrand voor warmte, om te koken, voor licht in de duisternis en het afschrikken van dieren. Kolen waren efficiënter, maar zorgden voor sterkere vervuiling. En ook voor zure regen. De veroorzaker ervan, SO2-emissie, werd later wereldwijd afgevangen. (En ook de cfk’s die de ozonlaag oplosten hebben we verbannen met wereldwijde actie).
Hoewel wereldwijd de luchtverontreiniging afneemt, gaan er nog steeds ontstellend veel mensen aan dood: 8 miljoen per jaar (door luchtvervuiling buitenshuis, maar ook binnen). Wat moeten we daaraan doen? Schone brandstof om te koken, geen gewasverbranding (bijv. rijst-stro) in de winter, zwavel afvangen, minder (oude) auto’s op de weg, minder fossiele brandstoffen. En: geen ‘nostalgische’ open haarden of houtkachels in de rijke landen!
Klimaatverandering
Over klimaatverandering ziet Hannah dat de beloften en ambities hoopvol zijn. Duurzame energie en duurzame producten (elektrische auto’s) worden steeds goedkoper. Ook kunnen we steeds beter omgaan met de gevolgen van klimaatverandering: er sterven steeds minder mensen door rampen als overstromingen. Ook lijkt er sprake van decoupling: het bbp in veel landen groeit, terwijl de emissies, inclusief die van import, dalen. Dat lijkt dus wel te kunnen. Ander goed nieuws: omdat de kosten van hernieuwbare energie zo sterk dalen, kunnen arme landen zich ontwikkelen zonder de hoge emissies die het westen ooit produceerde. Het grondgebruik voor duurzame energie is overigens vergelijkbaar met dat voor fossiel; kernenergie is het meest grond-efficiënt.
Transport is verantwoordelijk voor 16% van de emissies, het meeste daarvan gaat over de weg (75%). Elektrisch rijden, en ook vliegen en varen is dus goed, maar lastig voor lange afstanden i.v.m. de zware batterijen. Ook onze voedselproductie zorgt voor emissies: minder vlees (met name rundvlees) en zuivel produceren is nodig. Wat er minder toe doet: recyclen, spaarlampen, lokaal eten (als het in kassen is geteeld, want dan is transport vanuit het buitenland tóch beter), elektrische apparaten van standby afhalen. Al deze acties vóélen beter dan dat het iets bijdraagt.
Ontbossing
Het hoofdstuk ontbossing levert een interessant weetje op: bossen, jungles, vegetatie, het draagt niet veel bij aan de hoeveelheid zuurstof in de atmosfeer. Die zuurstof kwam miljoenen jaren geleden via fytoplankton uit de oceanen, en het zal ook zolang duren voordat het significant minder is geworden. Maar … die bossen, het Amazone regenwoud en de rest, zijn wel cruciaal voor de biodiversiteit.
Het vellen van bossen zorgt niet alleen voor habitatverlies, maar ook voor het vrijkomen van CO2. De piek van ontbossing was (mondiaal) in de 80-er jaren, maar in de tropen is de ontbossing nu het hoogst. Door palmolie zeker! Eh, nee. Driekwart van die plantages zijn geplant op grond die al eerder was ontbost voor hout en papier. En palmolie verbannen is ook geen goed idee, het is qua olie het meest efficiënt: 1 hectare oliepalmen levert 2,8 ton olie op. Vergelijk dat eens met olijfolie: 0,3 ton. Of met kokosolie: 0,26 ton. Het is dus juist een landbesparend gewas.
Wat is dan de schuldige? Sja, landbouw natuurlijk, en ook de productie van papier en pulp. 40% van de huidige ontbossing is voor ruimte om runderen te laten grazen. Daarna pas komen de plantages voor soja-olie en palmolie (18%), en de ontbossing daarvoor daalt snel. En daarna papier (13%). De rest is voedsel: granen, groente, fruit, rijst, suiker. Wat kunnen we tegen ontbossing doen? Minder vlees eten, gewasopbrengsten verbeteren, maar ook armere landen betalen om niet te kappen.
Geen soja eten? Onzin, 77% van de soja gaat naar diervoer, 13% naar olie, 3% naar biodiesel. De rest, 7%, eten wij op, maar daar wordt het Amazone regenwoud niet voor gekapt. In Brazilië verbouwen ze namelijk alleen genetisch gemodificeerde soja, die in de EU, en ook daarbuiten, niet is toegestaan voor (directe!) menselijke consumptie.
Voedsel
Over eten gesproken, we verbouwen genoeg voedsel om 10 miljard mensen te kunnen voeden, maar 52% daarvan gaat nu naar vee (41%) en naar biobrandstoffen (11%). Het goede nieuws is dat we op steeds minder grond steeds meer verbouwen, o.a. door kunstmest, en dat we dáárvan steeds minder gebruiken.
Het produceren van voedsel is de bron van veel problemen: broeikasgasemissies, te veel zoetwatergebruik, ontbossing, verlies van biodiversiteit door verwoesting van habitats en het gebruik van pesticiden en kunstmest, waterverontreiniging door het wegspoelen daarvan. Dus: hoe kunnen we iedereen voeden zonder de planeet te verwoesten? Hogere gewasopbrengsten, minder vlees eten, vlees- en zuivelvervangers maken. Maak je niet druk over lokaal eten, biologisch eten en plastic verpakkingen! Dit hoofdstuk herhaalt veel feiten die ik al in Regenesis van George Monbiot las, ik was dus niet zó verbaasd.
Biodiversiteitsverlies
Dit hoofdstuk hakte er wel even in. Wij mensen hebben overal waar we kwamen de grote zoogdieren uitgeroeid. De jacht en habitatverlies door landbouw zorgde er ook voor dat zoogdieren evolueerden en steeds kleiner werden. Maar liefst 85% van de biomassa van wilde zoogdieren zijn we verloren. Onvoorstelbaar. Hoe zit het met de 6de massa-extinctie, is die aan de gang? We spreken van massa-extinctie als het gaat om 75% verlies van de soorten in 2 miljoen jaar. We zitten nog niet op die 75% maar het gaat wel héél snel: 1% in pakweg 500 jaar. Dat lijkt weinig, maar als we niks doen zitten we over nog 37.500 jaar op die 75%. Dus ja, we zitten erin.
Maar bij deze, de 6de, kunnen we er ook wat aan dóén, namelijk de oorzaken aanpakken. Dat zijn voornamelijk overexploitatie (jacht, visserij), landbouw, verstedelijking, invasieve soorten, ziekten, verontreiniging, verzuring van de oceanen, plastic, ander gebruik van land (dammen), klimaatverandering. Een ‘dood van duizend sneden’. Wat het probleem hierbij is, is dat we het nut van biodiversiteit voor onszelf niet zien, het is meer een ‘goed doel’. Maar gelukkig zijn al die oorzaken voor biodiversiteitsverlies ook problemen voor ons eigen voortbestaan, dus indirect gaan we er waarschijnlijk toch mee aan de slag.
Plastic in de oceanen
Ik was geschokt toen ik las dat de Great Pacific Garbage Patch, de ‘Plasticsoup’, tussen Hawaii en Californië een oppervlakte heeft van 3x Frankrijk!. En dan hebben we het alleen nog maar over het dichte centrum van die soep. Plastic bedreigt het zeeleven, en in de vorm van microplastics ook óns leven, maar is o zo nuttig in gebruik. Het gaat enorm lang mee, en dat is ook gelijk het probleem: het vergaat maar langzaam. Ook is het slecht recyclebaar, hoe we met plastic afval omgaan is dus het grootste probleem.
Wist je dat maar 0,3% van het plastic afval in de oceanen terechtkomt? Bij de GPGP is 80% afkomstig van de visserij, de rest spoelde via de rivieren in zee. Voor álle plastic in álle oceanen is het gemiddeld net andersom: 80% via land en 20% uit visserij.
Rijke landen, die veel plastic gebruiken, zorgen voor goede afvoer van plastic afval. Juist de armere landen, die minder gebruiken, doen niks met het afval, en dát komt in rivieren en oceanen terecht. De rijke landen moeten de arme landen helpen met afvalbeheerssystemen.
Wat recycling betreft: plastic kan maar 2x ‘mechanisch’ gerecycled worden, en onbeperkt chemisch, maar dit laatste is héél duur. Bij plasticproductie worden allerlei soorten door elkaar gemengd, wat recyclen lastig maakt. Gerecycled plastic is veel duurder dan nieuw geproduceerd, dus tja. Dáár moet dus wat aan gebeuren. En aan het visserij-plastic natuurlijk. Daar moeten we ons druk over maken, niet over verpakkingen of plastic rietjes.
Overbevissing
En van plastic in de oceanen gaan we naar vis in de oceanen, in het hoofdstuk Overbevissing. Nee, in 2048 zijn de oceanen niet leeg, dat was een verkeerde interpretatie van een onderzoeksrapport. En ook was daarin het uitgangspunt dat ‘leegvissen’ onveranderd door zou gaan. Maar zo al doemdenkend extrapoleren is niet realistisch, gezien allerlei maatregelen die al worden getroffen op allerlei gebieden. Recenter onderzoek wijst op vispopulaties die afnemen én op populaties die toenemen. Gemiddeld blijft het nu stabiel.
Duurzame visserij is gebaseerd op zoveel mogelijk vis vangen zonder de vispopulaties nog verder te laten afnemen. Die vispopulaties zijn ongeveer 50% van het niveau vóór visserij, en dat moeten we handhaven. Op dit moment is 66% van de vispopulaties duurzaam (waaronder tonijn), 34% wordt overbevist. Dat kan beter. Maar wel bijzonder, want we eten steeds meer vis. Hoe dan? Nou, we kweken ze. We kweken zelfs meer dan we in het wild vangen. Alleen maar goed nieuws dus? Nee. We weten niet genoeg van de visbestanden bij Azië, Afrika en Zuid-Amerika, daar wordt niet gemonitord. We weten wél dat China en India zeer veel vissen, met grondtrawlers. Dus het is zeker niet onder controle.
Onze rol bij de problemen en de oplossing
Leuk en verrassend om te lezen zijn de stukken over hoe we milieubewust (denken te) leven. Wat we doen zet soms geen zoden aan de dijk en we hebben te weinig begrip van wat er echt toe doet. Biologisch voedsel heeft vaak een grote CO2 afdruk, plastic verpakkingen verlengen de houdbaarheid en verminderen verspilling. Vleesvervangers zijn bewerkt, ja, maar vééél beter dan vlees eten. Kernenergie is duurzaam en grond-efficiënt.
Met alleen individuele gedragsverandering komen we er niet, het systeem moet op de schop. Tijdens Corona zaten we allemaal thuis. Toch daalde de uitstoot maar met 5%. Voor meer impact zijn technologische innovaties nodig en politieke besluiten voor systeemverandering. De politiek kunnen we beïnvloeden met onze stem en acties. De markt van technologie beïnvloeden we met ons geld: waar geven we het aan uit? Tenslotte kun je invloed hebben met je tijd, besteed je carrière aan impactvol werk.
Tenslotte, laten wij, milieubewuste mensen, niet elkáár bestrijden: niet zon en wind tegen kernenergie, maar zon/wind/kernenergie tegen fossiel. Niet veganist tegen flexitariër, maar gezamenlijk tégen de veel-vleeseters. Laten we samen werken aan oplossingen die ons vooruithelpen, laten we ons niet laten afleiden door doemdenkers. We gaan niet richting het einde van de wereld!
Mijn evaluatie van Niet het einde van de wereld
Verrassend genoeg schreef ik weer heel wat op, terwijl ik toch meer dan gemiddeld lees over duurzaamheid. De eye-openers betroffen voornamelijk het cijfermateriaal, wat hetzelfde effect had als bij het lezen van Feitenkennis: je weet het wel ongeveer, maar je onderschat vooruitgang. En de grote stappen die we toch wel hebben gezet geven goede hoop voor de haalbaarheid van verdere verbetering. Tot mijn schande zaten er ook veel nieuwe feiten in de dingen die ik net zo goed kan laten: biologisch eten bijvoorbeeld.
Uiteraard is het boek uitputtend onderbouwd met feiten en statistieken, dat kun je wel aan het hoofd onderzoek van Our World in Data overlaten. Hoe lang de trends nog juist blijken is afwachten denk ik, met sloper Trump weet je het niet. We waren goed bezig, welke invloed gaat hij hebben? Dat maakt het hebben en updaten van feitenmateriaal nóg belangrijker en relevanter.
De schrijfstijl is heel prettig, met heel veel voorbeelden, anekdotes uit Hannah’s eigen leven en lifestyle, en herkenbare misvattingen en discussies tussen vrienden. Ook het benoemen van het schuldgevoel dat je hebt als je weet (of denkt) dat je niet genoeg doet, draagt bij aan de herkenbaarheid.
Het betoog is goed opgezet, met een duidelijke rode draad en een structuur die in elk hoofdstuk wordt herhaald. Wat is het probleem, achtergronden, hoe ging het vroeger, hoe gaat het nu, wat kan beter, welke voorbeelden van verbetering zijn er waar we inspiratie uit kunnen halen, waar moeten we ons niet druk om maken. Voor mij werkt dit heel goed. Het hele betoog is natuurlijk geïllustreerd met tabellen en grafieken.
Ik trok een paar keer mijn wenkbrauwen op, bijvoorbeeld bij de opmerking dat ‘decoupling’ mogelijk is en zelfs al gebeurt. Ik had eerder steeds iets anders gelezen. Hannah krijgt dan ook veel kritiek op dit statement, met name dat ze alleen naar emissies kijkt, en niet naar uitputting van de aarde. Ook haar opmerking over Degrowth is kort door de bocht, maar de meningen zijn ook hierover verdeeld. Verder krijgt ze kritiek omdat ze nauwelijks ingaat op hoe de ‘politieke’ oplossingen dan wel geïmplementeerd moeten worden. Dat snap ik dan weer wel van haar, ik hoef alleen maar te denken aan de ‘kleinere veestapel’ discussie in Nederland. Natuurlijk zijn er bij elke logische oplossing zat nadelen te verzinnen, voor bedrijven of groepen mensen. Deze kritiek weerhoudt me er niet van om te zeggen dat je écht wat mist als je dit boek niet leest!
Conclusie
Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos +.
Vorm: Aansprekend+, Verzorgd 0, Illustraties +, Structuur +, Schrijfstijl +
FOMO +.
Ik gaf het boek 4 ½ *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Lees Niet het einde van de wereld duurzaam …
- via de (online) bibliotheek (dat deed ik ook!);
- digitaal, bijvoorbeeld via Kobo;
- of uit een minibieb!
Koop Niet het einde van de wereld duurzaam …
- bij de kringloop;
- bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
- bij je lokale boekwinkel, via Libris (affiliate link).;
- of via B-Corp Bol (affiliate link).
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck schrijft recensies en samenvattingen van managementboeken.
Abonneer je hier op op de wekelijkse blog-updates!
Pingback: Topboeken: de beste boeken van Q1 2025 | ESCIA – 1001boeken