Recensie: De sterkste schouders

Wat een leuk en interessant boek! Nee, ik zit niet te dollen. De sterkste schouders van Reinier Kooiman uit 2025 gaat over de geschiedenis van de belastingen. Saai? Nee! Complex? Nee! Een uitstekend geschreven en slim opgezet boek waarin onze huidige belastingstructuur gespiegeld wordt aan die van het Romeinse Rijk en het 12-de -eeuwse Italië, en de wereldwijde ontwikkelingen daarna. Voor iedereen die bijna niks over belastingen weet, en de rest, is dit uitstekend leesvoer.

Reinier stelt dat fiscalisten de enigen zijn die weten hoe belastingen werken, en ook dat Nederland het hoogste aantal hoogleraren fiscaliteit per hoofd van de bevolking heeft, wereldwijd! Ingewikkeld en technisch, dat stelsel van ons. Maar belastingheffing is juist een democratisch issue, het gaat over lastenverdeling. Er moet dus draagvlak voor zijn, iederéén moet het snappen. Reinier slaagt erin om dát met zijn boek te bereiken. Knap staaltje.

Het maatschappelijke boek De sterkste schouders …

…. wijst ons er eerst fijntjes op dat de mening van ‘het volk’ over belastingen niet genegeerd moet worden. Tenslotte startte de onafhankelijkheidsoorlog van de VS tegen het Britse rijk over belastingen: ‘no taxation without representation’. En het gaat ook niet om de regeltjes, maar om de achterliggende principes. Milton Friedman’s idee van de ideale belasting was: géén belasting. Ingrid Robeyn pleit juist voor het 100% tarief over vermogens boven een bepaald bedrag. Maar hoe begon het, die vermaledijde belastingheffing?

Feodale belasting in Groot Brittannië

Reinier neemt ons mee naar de Middeleeuwen, de oersituatie voor de start en wijze van verdeling van onze belastingen. Het begint met ‘feodale’ belasting. In het Groot-Brittannië van de 12-de eeuw betaalde je belasting om niet in allerlei oorlogen te hoeven vechten. Dat zat zo: alle grond was eigendom van de koning. Deze verpachtte het aan edelen en hoge geestelijken, die als wederdienst moesten helpen met het verdedigen van het rijk. En dat kon je dus afkopen, met ‘schildgeld’, afhankelijk van de hoeveelheid grond. Om alle onderdanen gelijk te behandelen werd ook geheven van steden en kerken.

Barbarossa wil Italië belasten

De Duitse keizer ‘Barbarossa’ Frederik kijkt jaloers naar de resulterende rijkdom van Willem de Veroveraar, en denkt na over belastingheffing in Italië, onderdeel van zijn rijk. Hij wil zich daarbij laten inspireren door de oude wetten van Rome. Waarom? De geschriften en wetenschap van het oude Rome worden in die tijd diepgaand bestudeerd en nagevolgd, het is geen tijd van innovatie maar van terugkijken.

Reinier beschrijft prachtig het onderzoek naar ‘eerlijke’ belastingen, en de verschillende inzichten die destijds in de universiteiten van de verschillende belangrijke Italiaanse steden heersten. Dan breekt er oorlog uit, Frederik verliest, en de Italiaanse steden zijn weer autonoom, stadsstaten. Zij heffen natuurlijk ook belasting, en de regels en procedures voor vaststelling en inning (wat gescheiden functies zijn!) en het toezicht daarop plus de boetes bij corruptie worden gedetailleerd vastgelegd.   

Vermogensbelasting in 12-de-eeuws Italië

Het stelsel wat de stadsstaten van geld voorziet is uiterst democratisch. Het geld is nodig voor de verdediging van de stad tijdens oorlog, dus voor vestingwallen, burchten, muren, paarden, huurlingen. Ook wordt er verwacht dat je actief meevecht tijdens een aanval. De achterliggende gedachte is samen te werken en de kosten van veiligheid te delen. Dat is de basis. Heffing is op basis van vermogen, meestal grond, dus naar draagkracht, wat het meest rechtvaardig werd geacht. Woon je niet in de stad? Dan betaal je tolgeld. Woon je wel n de stad maar betaal je je stadsbelasting niet? Dan wordt je grond verbeurd verklaard, of verlies je je burgerrechten en betaal je tolgeld. Belasting betalen is dus het ultieme teken van burgerschap, van bescherming, van vrijheid. Er waren zéér weinig fiscale privileges of vrijstellingen.

Heffing op basis van vermogen dus. Waarom? Omdat zo de onderlinge positie qua rijkdom gelijk blijft. Er is ook géén sprake van herverdeling. Overigens, in Athene in de 4de eeuw BC had men een leuke variatie: om te kunnen heffen moet je het vermogen kunnen inschatten, en de eigenaar wil dat natuurlijk te laag opgeven (dat probleem was er toen al!). Men bedacht een slimme oplossing: de 1500 rijkste burgers werden verdeeld in 100 groepen van 15, en elke groep moest hetzelfde bedrag betalen. Onderling mocht men uitmaken wie wat betaalde. Er ontstond natuurlijk sociale druk binnen de groep om eerlijk te zijn over het vermogen, het waren tenslotte je vrienden, die ging je niet bedriegen.  

Van belasting naar lening en dubbele heffing

In Italië kwamen er steeds meer oorlogen, en de heffingen werden vervangen of aangevuld met ‘leningen’, verplicht en terugbetaling niet gegarandeerd. Tegelijkertijd heerste de pest, waren er dus steeds minder boeren, die dus steeds hoger belast werden, naar de stad vertrokken omdat de heffing dan lager was, wat resulteerde in nóg minder boeren op het platteland.

Dit zet de voedselproductie onder druk. Deze immigratie is ongewenst! Er komt een wijziging in het belastingstelsel: de boeren betalen niet meer op basis van vermogen, maar per huishouden, de immigranten moeten 5 jaar lang zowel de stadsbelasting als de boerenbelasting betalen. Het helpt niet. De immigranten worden voortaan teruggestuurd. Behalve rijke immigranten uit andere stadsstaten, die worden welkom geheten en krijgen zelfs 30 jaar vrijstelling.

Ook werd er steeds meer handel gedreven, was het bezit dus mobiel, wat de vraag opwierp wáár hierover mocht worden geheven. Waar men woont, waar men verdient? De koopman Prato en de coureur Max, vergelijkbare situatie. In de praktijk werd geheven op basis van woonplaats én waar het bezit was, dubbel dus. In de 12de eeuw besloot men: waar je woont, maar exclusief de grond wat zich buiten je woonplaats bevindt.  

De kerk als belastingparadijs

Inmiddels wordt er niet alleen verdedigd, maar ook aangevallen, en de kooplieden balen van de onrust én de hoge belastingheffing. Ze zoeken een uitweg. En die vinden ze in geestelijke ridderordes, want kerkelijke instellingen hebben een vrijstelling. De kerk als belastingparadijs! Al snel wordt in Padua deze ontwijking opgemerkt en aangepakt: de handelaren moeten een habijt dragen of tonsuur hebben, en alle kerkdiensten bezoeken, als bewijs van hun ‘heiligheid’, en stoppen met hun normale activiteiten.  

Invoerrechten

Sommige Italiaanse stadsstaten zijn typische handelssteden en zij innen invoerrechten. Hiermee kunnen zij de rente op de leningen betalen. In Genua en Venetië is er dan géén directe belastingheffing meer. Het resultaat is herverdeling: door de invoerrechten wordt het voedsel duurder, en ook de armeren betalen dit dus, terwijl de opbrengst naar de rijken gaat. Oneerlijk? Nou, het risico op oninbaarheid van die leningen was óók heel groot.

Inkomstenbelasting

Terug naar het VK. In 1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan Groot-Brittannië. GB heeft geld nodig, en begint met leningen, waarvan de rente wordt betaald met invoerrechten. Daarna wordt de vermogensbelasting verviervoudigd. Nog niet genoeg. En dan … komt de inkomstenbelasting. GB voert deze als eerste in. Adam Smith promoot deze vorm, want de industrie in het GB floreert door het benodigde kapitaal, dat je dus niet (te veel) moet belasten. De armen hebben er veel meer last van dan de rijken, maar dat is te verkiezen boven interen, en inbreuk maken op de eigendomsrechten bij vermogensbelasting.

Vermogensongelijkheid

Reinier stelt dat de huidige vermogensongelijkheid te wijten is aan de verschillende 19-de eeuwse belastingsystemen. In de VS rond 1900 zijn alle federale belastinginkomsten invoerrechten (tariffs), inkomstenbelasting is beladen, tot 1913. Na WO1 komt er in veel landen een progressief tarief: door de dienstplicht hebben veel jonge mannen uit het volk het leven gelaten, de rijken moeten dit compenseren door extra belasting te betalen.  

Belastingparadijzen

Interessant is ook de opkomst van de belastingparadijzen. Deze zitten voornamelijk in eilanden die ex-koloniën zijn van Groot Brittannië, en dat heeft een reden. Na de afschaffing van de slavernij is er behoefte aan een nieuw verdienmodel voor deze eilanden, anders moet GB blijven ondersteunen. En degenen die er hun geld stallen zijn voornamelijk Amerikanen, dus GB derft ook geen belasting van eigen inwoners. Win-win!

Hoe zit het nu?

Inmiddels zitten we op 2/3 van het boek en gaat de fascinerende historie over in een analyse van de huidige situatie. Reinier geeft aan dat de democratische legitimatie, het holistisch perspectief gebaseerd op principes, inmiddels is vervangen door juridisering, met wetten die voor rechtvaardigheid zorgen, willekeur voorkomen. Hij gaat weer in op drie vragen: 1. Hoe worden de lasten verdeeld (vermogen, inkomen, consumptie)? 2. Tussen wie worden de lasten verdeeld (inwoners, buitenlanders, mensen met privileges)? 3. Hoe wordt het opleggen geregeld (efficiënt of met veel waarborgen, open of ‘verborgen’ belasting)? Bij dat laatste lees ik het voorbeeld van Caligula, die weigerde de nieuwe belastingwetten op schrift te zetten, zodat hij er lekker ‘flexibel’ mee om kon gaan. Na boetes en de hieruit voortvloeiende protesten werden ze wél op schrift gezet, maar in zulke kleine lettertjes en op zo’n obscure plek dat het effect hetzelfde was. En ook tegenwoordig doet men dit: zovéél en zo vaak gewijzigd dat het ondoorzichtig wordt, met als gevolg minder protesten.

Vrijheid en gelijkheid zijn uitgangspunten bij belastingheffing

Het gaat om de democratische principes over wat een rechtvaardige verdeling zou zijn. Niet omdat het vroeger beter was, maar omdat er een andere keuze mogelijk is. Is een gelijk bedrag per persoon niet het eerlijkst? Stel, alle inwoners tussen 18 en 67 (= 11 miljoen mensen) betalen hetzelfde, om de Nederlandse begroting van 400 miljard Euro te dekken. Dat is zo’n EUR 36.000 pp. De allerarmsten  werken dan alleen om hun belasting te kunnen betalen, zij zijn slaaf van de staat. Dat is onvrijheid! De uitgangspunten van rechtvaardig moeten vrijheid en gelijkheid zijn. Toch?

Een verhelderend voorbeeld

Gelijkheid is ongelijke gevallen naar rato van hun ongelijkheid behandelen. Dus moet het naar draagkracht. Nog een voorbeeld: het totale private vermogen van een staat (een vereenvoudigde versie van Nederland) is 4500 miljard, het totale jaarlijkse inkomen is 1000 miljard. Het overheidsbudget is daar 36% van, dus 360 miljard. (NB: In bijna heel West-Europa is de totale belastingdruk 40%, dit is inkomstenbelasting en allerlei andere belastingen.). Stel, je doet alleen inkomstenbelasting, dat is dan 36%. Als het voor iedereen gelijk is, kunnen mensen met meer inkomen steeds meer sparen dan de anderen en worden ze steeds rijker. De belastingheffing beïnvloedt dan de vermogensverdeling. Maar zelfs een extreem hoge progressie in tarief, tot 100% (!) kan dat effect hebben.

Stel een miljardair werkt niet en heeft aan het begin van het jaar 8,5 miljard vermogen, en verdient daar 500 miljoen mee, aan het eind van het jaar heeft ze 9 miljard. Dat is 2% van het totale private vermogen. Ze betaalt het toptarief van 100% dus alle 500 miljoen gaan als belasting weg, ter funding van de 360 miljard overheidsbudget. Ze heeft weer 8,5 miljard. Ondertussen is het totale private vermogen gedaald naar (4500 minus 360 is) 4140 miljard. Haar 8,5 miljard is daar 2,05% van. Ze heeft dus relatief meer. Hoe komt dat? Haar rendement was 500/8500 = 5,88%. Maar er is 360/4500 = 8% nodig. Anderen dragen dus relatief meer bij dan zij, en verarmen dus relatief meer. De vermogensverdeling is veranderd. En die 5,88% is heel reëel, historisch gezien. En die anderen, dat zijn de mensen die hun vermogen (spaargeld) geheel door arbeidsinkomen opbouwen, in plaats van kapitaalinkomen. Aan het eind van het jaar wordt dat spaargeld grotendeels wegbelast.

Wie wil er dan nog rendement maken?

Reinier is duidelijk een fan van vermogensbelasting in plaats van inkomstenbelasting. Hij stelt dat dit zeker geen rem zal zetten op de wens om rendement te halen, want betalen moet je toch. In hetzelfde voorbeeld: bij een vermogensbelasting van 8% moet de miljardair 720 miljoen (over 9 miljard) betalen mét rendement van 500 miljoen, of 680 miljoen zónder rendement (over 8,5 miljard). Dat laatste is 40 miljoen minder, maar zonder rendement is ze evengoed 460 miljoen armer. En ook: heeft ze een rendement van boven de 8%, dan steekt ze de rest in haar zak, dat was bij het eerder voorbeeld niet. Dat is weer het voordeel van vermogensbelasting.

Hoe realiseren we dit?

Natuurlijk is er sprake van kapitaalvlucht bij een hogere vermogensbelasting, en dit is moeilijk in te dammen. Extra belasten bij emigratie kan. Gelijkmatige invoering is natuurlijk goed, vermogensbelasting langzaam omhoog, andere belastingen langzaam omlaag. Met veel andere staten samen een stelselwijziging invoeren is heel verstandig (maar wel utopisch). Toch …

Het punt dat Reinier maakt, is dat niemand een ander zijn vermogen misgunt, als dat is vergaard door veel te sparen, slim te investeren of eerlijk te ondernemen. Vermogensongelijkheid op basis van individuele prestaties is niet oneerlijk. Vermogensongelijkheid door belastingheffing is dat wél!

‘Het wordt tijd dat zij die de wereld bezitten ook haar lasten helpen dragen’.

Mijn evaluatie van De sterkste schouders

Ik moet toegeven, ik ben overtuigd door het betoog van Reinier, wetende dat het er waarschijnlijk niet van komt. Dat betoog is heel slim opgebouwd. Eerst de heel aansprekende historie van de belastingheffing, van betalen op basis van vermogen, naar op basis van inkomen en consumptie. Je ziet de oude Italiaanse steden voor je, de Duitse keizer discussiërend met de geleerden, de kleine lettertjes van Caligula. Fascinerend en heerlijk om te lezen. Het tweede deel blinkt uit door de versimpelde, maar realistische voorbeelden. Die ik nog eens narekende omdat ik het eerst niet geloofde. Ik dacht dat de vermogensongelijkheid alleen maar ontstond door de relatief lage lonen van de afgelopen jaren. Het effect van belastingheffing heb ik totaal onderschat. Wow, wat heb ik veel geleerd!

Het hele betoog is goed onderbouwd, met historische geschriften en hedendaagse statistieken. In het betoog zit natuurlijk veel meer nuance, en zijn veel meer uitzonderingen genoemd dan ik hierboven heb weergegeven, ik denk niet dat er sprake is van cherry picking. Het historische deel is natuurlijk tijdloos, het deel over het heden misschien wat minder, de statistieken zullen zeker veranderen. Beide delen zijn superrelevant voor iedereen die beter begrip van vermogens-ongelijkheid wil krijgen, en wie wil dat nu niet?  

Het boek is vrij sober, geen kleuren, weinig afbeeldingen. Ik denk dat het goed was geweest om de cijfermatige voorbeelden (ook) in kaders te zetten, dat is nóg iets overzichtelijker.   

De vorm vind ik héél goed. Reinier heeft een hele leuke manier van schrijven, zeker het eerste deel leest als een roman. Erg knap dat hij simpele voorbeelden geeft, die wél realistisch zijn, maar begrijpelijk voor leken. Er is in het boek dan ook nauwelijks sprake van jargon. Ik vind het bijzonder slim om met het meeslepende historische deel te beginnen, en ons zo helemaal te framen richting de hogere eerlijkheid van vermogensbelasting. Bijzonder dat hier al 1000 jaar over nagedacht wordt!

Het is nog geen klassieker, maar misschien wordt dit er wél een. Als het ietsjes dunner was …

Conclusie

Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos +.

Vorm: Aansprekend+, Verzorgd +, Illustraties 0, Structuur +, Schrijfstijl +

FOMO -. 

Ik gaf het boek 4 ½ *

Ken je dit boek? Wat vond je ervan? 

Lees De sterkste schouders duurzaam …

  • via de (online) bibliotheek; 
  • digitaal en gratis via Kobo Plus;
  • of uit een minibieb!

Koop De sterkste schouders duurzaam … 

  • bij de kringloop;
  • bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
  • bij je lokale boekwinkel, via Libris;
  • of via B-Corp Bol (affiliate link).

Keus genoeg!

Abonneer je hier op de wekelijkse blog-updates!

Dit bericht werd geplaatst in Maatschappij en getagd met , , , . Maak de permalink favoriet.

1 Response to Recensie: De sterkste schouders

  1. Pingback: Topboeken: de beste boeken van Q2 2025 | ESCIA – 1001boeken

Plaats een reactie