Recensie: Uit de puinhopen – goed betoog

George Monbiot schreef Uit de puinhopen in 2017, vlak na het aantreden van Trump voor zijn eerste termijn. Die timing was vast niet toevallig. Hij beschrijft de uitwassen van het neoliberalisme, en komt met een verhaal voor een nieuwe ideologie en de bijpassende saamhorigheidspolitiek. Sterke gemeenschappen, de commons en een grotere invloed op en verbondenheid met de politiek zijn hier onderdeel van. Ik vond het een goed verhaal!

In de afgelopen 8 jaar is er niet genoeg gebeurd om dit verhaal werkelijkheid te laten worden, dus is dit boek nog steeds relevant. Of misschien wel relevanter dan ooit, want het neoliberalisme lijkt door de groeiende macht van politiek rechts nóg sterker te worden. Naast een verhaal en een plan voor implementatie geeft George ook veel, heel veel voorbeelden hoe het wél kan, en hoe het ook al gebeurt. Dat maakt er een vrij praktisch, hoopvol boek van.  

Het maatschappelijke boek Uit de puinhopen …

… begint met een stukje historie over hoe we in die puinhopen terechtgekomen zijn. Het neoliberalisme is niet zomaar ontstaan, het is bewust ontworpen. Friedrich Hayek is de voornaamste architect, hij verzette zich tegen de sociaaldemocratie van de 40-er jaren. Collectivisme zou leiden tot fascisme en communisme tot totalitaire macht van de staat. De rijken werden op dat moment ‘beperkt in hun vrijheid’ door hoge belastingen en strenge maatregelen om de samenleving te beschermen. Die rijken de vrijheid geven, zou leiden tot hogere welvaart: je kon die rijken zien als pioniers, verkenners van maatschappelijke vooruitgang. Wegbereiders.

In die tijd waren de denkbeelden van Keynes nog leidend, tot de economische crises van de 70-er jaren, denk aan het olie-embargo. Thatcher en Reagan wilden eind 70-er jaren de ideeën van Hayek uitvoeren, de rijken ‘onafhankelijk’ maken. Het neoliberalisme werd via het IMF, de WB en WTO aan de hele wereld opgelegd.

Er ontstaat een meritocratie die de achterblijvers als parasieten beschouwt. Faalangst, depressies en andere geestelijke gezondheidsproblemen zijn het gevolg. Vrijheid wordt geïnterpreteerd als vrij zijn van vakbonden, vrijheid om de lonen laag te houden. De ongelijkheid stijgt, nutsbedrijven worden geprivatiseerd. Het grote geld heeft steeds meer macht, de overheid heeft steeds minder macht, en dus hebben kiezers óók steeds minder macht. De politiek wordt voor hen minder relevant. Ze verdiepen zich er niet meer in. En dat leidt paradoxaal genoeg tot het aan de macht komen van Trump en consorten.

Het neoliberalisme heeft zich zo genesteld dat we geen alternatief meer zien. En de sociaal-democratie dan? Keynes’ economische maatregelen werken niet meer bij de huidige omstandigheden, met name door de automatisering en globalisering. En ook is Keynes’ gedachtegoed gebaseerd op consumptiegroei, wat zich slecht verhoudt met klimaatverandering en milieumaatregelen.

Vervreemding

Het kenmerk van de huidige tijd is vervreemding, geen binding meer voelen met de samenleving, geen macht over je werk, geen vertrouwen in de politiek. Het onderwijs versterkt dat, omdat het focust op de verkeerde zaken, op analytische vaardigheden, niet op creativiteit en sociale vaardigheden. Er ontstaat wrok jegens hoger-opgeleiden, en verlies aan gemeenschapszin en saamhorigheid.

Saamhorigheid

Macht over je eigen leven kun je best terugkrijgen zonder immigranten, moslims, etc. tot zondebok te maken. Je krijgt weer gemeenschapszin door allerlei participatie-initiatieven. Denk aan gemeenschappelijke tuinen, straatfeesten. Die initiatieven leiden weer tot nieuwe initiatieven en zo ontstaat een participatiecultuur. Een mooi voorbeeld is de Leeszaal in Rotterdam-West, in 2011 ontstaan als een bewonersinitiatief na het sluiten van de wijkbibliotheken. Het inspireerde anderen om ook participatieprojecten te starten. Deze scheppen solidariteit over politieke scheidslijnen heen.

Onze politieke keuzes zijn trouwens ook niet gebaseerd op analyses van beleidsstukken en rationele keuzes, maar op onze identiteit, we stemmen op politici die uit hetzelfde culturele milieu komen. Bij een participatieproject ontstaat een gemeenschap met verschillende culturele achtergronden, het creëert vertrouwen en vermindert zo weerstand tegen bijvoorbeeld immigranten. Zo’n lokale gemeenschap kan politiek bedrijven op lokaal niveau, en is niet, zoals de oude arbeidersbewegingen, gericht op mensen met werk. Dat haalt veel wrok weg. Iedereen kan altijd meedoen, iedereen heeft waarde.

Economie

Die burgerparticipaties zitten niet in onze economische modellen. Er is alleen de markt en de staat. De commons worden vergeten. Econoom Peter Barnes stelde voor om commons in te richten voor diverse zaken die gemeenschappelijk bezit zijn, zoals de atmosfeer. Zo’n mondiaal atmosfeerbeheerfonds zorgt dat de atmosfeer intact blijft voor toekomstige generaties. Het geeft emissierechten uit, de opbrengsten worden besteed aan milieumaatregelen, groene innovatie, of worden als groen dividend uitgekeerd aan de wereldbevolking.

Een ander onderwerp in dit hoofdstuk is het universele basisinkomen. Hier en daar (ook in Nederland) wordt hiermee geëxperimenteerd. In India waren de uitkomsten zéér positief, maar dat komt met name omdat men er superarm is, de overheid er erg inefficiënt is en er veel corruptie is rondom de huidige werkwijze met toeslagen. Voor rijkere landen met een efficiënte overheid zullen de effecten zwakker zijn, hoewel de uitvoeringskosten altijd minder zullen zijn dan bij uitkeringen en toeslagen. Er zijn ook nadelen: werkgevers hebben een excuus om de lonen te verlagen. En andere vormen van inkomensherverdeling en sociale zekerheid kunnen het loodje leggen.

Het framen van de economie

Onze economie moet steeds blijven groeien, en dat kan alleen als wij steeds meer kopen: consumentisme. Daarbij putten we de resources van de aarde uit. Dat is ons frame, we denken dat het zo hoort. Kate Raworth’s Donuteconomie geeft een nieuw frame, met nieuwe modellen, wat het oude frame kan vervangen. ‘Binnen de mogelijkheden van de planeet voorzien in de behoeften van iedereen’. Heel mooi, maar de overheidsbegroting ondersteunt dit niet. Wij financieren de overheid met belastingafdrachten maar hebben niets te zeggen over de bestemming van dat geld. Er gaan subsidies naar de fossiele industrie, contracten naar vriendjes.

Hoe mooi zou het zijn als burgers het begrotingsproces meer konden sturen! Een burgerbegroting, zoals ontstaan in Porto Alegre, Brazilië. Hier wordt 20% van de uitgaven van de gemeente, de infrastructuuruitgaven, bepaald door de burgers. Het verbetert aantoonbaar de voorzieningen en vermindert corruptie. En het verhoogt de betrokkenheid van burgers, de saamhorigheid. Dit initiatief is op te schalen door meer nationale uitgaven te delegeren naar provincies en gemeenten.

Onze politiek

De kiesstelsels van het VK en de VS zijn niet democratisch. Het fenomeen kiesmannen en de mogelijkheid van de Amerikaanse president om Executive Orders uit te vaardigen, wetsvoorstellen te vetoën etc. zorgen ervoor dat vele kiezers niet behoorlijk vertegenwoordigd zijn. O ja, en er is aangetoond dat hoe meer geld je aan campagnes besteed, hoe hoger de kans op verkiezing. Een plutocratie dus. Hoe kan het beter? Met een grondwetgevende vergadering. Deze kun je elke 20 jaar of zo houden, om te beoordelen of het systeem nog goed functioneert of aangepast moet worden. Met een goed representatieve, op loting gebaseerde groep burgers, die door experts wordt geadviseerd. Die groep doet voorstellen voor een bindend referendum.

Wat het parlement betreft zou een proportionele vertegenwoordiging met lokale kandidaten, die o.b.v. voorkeursstemmen worden gekozen, een hele verbetering zijn. En voor het percentage niet-stemmers, wordt er geloot. Dus: opkomst 65%, dan 65% van de parlementsleden via voorkeursstemmen en 35% via loting. In combinatie met een beperking van campagnebijdragen is het systeem eerlijker. Maar: nog steeds geen garantie dat ‘de wil van het volk’ wordt uitgevoerd, nieuw beleid wordt zonder raapleging van de kiezers door het parlement geloodst. Dat is gek, in dit digitale tijdperk! Maar een referendum is ook niet alles: vaak wordt er niet gestemd met een rationele mening over het issue, maar op basis van voor of tegen de status quo zijn. Brexit is een mooi voorbeeld.

Hoe dan wel? Het Zwitserse systeem geeft inspiratie. Maar liefst 75% van de bevolking heeft daar vertrouwen in de regering, het gemiddelde van de 40 rijkste landen ligt op … 42%. Zwitserland heeft jaarlijks 10 referenda. Sommige worden door burgers geïnitieerd. En elke nieuwe wet kan door burgers worden aangevochten. De burgers zijn daardoor zeer betrokken bij de politiek. Het systeem heeft wat gebreken, maar het idee is goed.

In IJsland’s hoofdstad Reykjavik heeft men een ander systeem voor burgerparticipatie middels ‘online democratie’. Iedereen kan verbetervoorstellen indienen, en invloed hebben op de begroting van de infrastructuur. Iedereen kan vóór of tegen die voorstellen stemmen. 60% van de bevolking doet mee! Elke maand worden de ideeën doorgenomen. Gemiddeld 20% wordt doorgevoerd. Ook deze methode heeft nadelen (digitale geletterdheid is vereist) maar ook veel voordelen.

Mondiaal is het behelpen. WB, IMF, Veiligheidsraad hebben veel macht en weinig toezicht. Lidstaten leggen hun beslissingen zelden voor aan hun bevolking. Het toezicht op al deze instanties zou moeten worden belegd bij een Wereldparlement, met rechtstreeks gekozen leden.

In het algemeen echter moet de macht zoveel mogelijk gedelegeerd worden, naar een stad, kanton, of county, met een rechtstreeks verkozen leiding. Alleen de hele grote kwesties komen op het bordje van mondiale organisaties.

Zorgen dat het gebeurt

Om de voorstellen van het boek in vervulling te laten gaan, moet in veel landen een regimewisseling plaatsvinden: sociaaldemocraten aan de macht. Die geloven er echter niet meer in dat zij verkiezingen kunnen winnen zonder hun principes te verloochenen. Ze hebben de steun nodig van mediabonzen en miljardairs om te winnen, en verliezen zo de loyaliteit van hun achterban. Bernie Sanders liet zien dat het anders kan. Zijn hele campagne voor 2016 werd gedraaid door (honderdduizend!) vrijwilligers. Zij kochten geen advertentieruimte, maar hielden gesprekken van mens tot mens over Sanders ’compromisloze boodschap’. Big Organizing. Hij was bijna de presidentskandidaat van de Democraten geworden, maar de DNC koos voor Hillary Clinton, sterk gelinkt aan Big Money en daarmee ook campagnevoerend.

Conclusie

We verlangen naar saamhorigheid. De politiek moet meer verbinden. Participatieprojecten kunnen daar het initiatief voor zijn. Verder moet er meer sprake zijn van directe democratie. De macht van het geld kunnen we weerstaan door nieuwe strategieën om mensen en politici te beïnvloeden, middels vrijwilligersnetwerken en de wijsheid van de menigte. Minder individualisme, meer gemeenschapszin zal het resultaat zijn.

Mijn evaluatie van Uit de puinhopen

Het is een wat ouder boek, en dat merk je aan het veelvuldig terugkomen op het nét aantreden van Trump… de eerste keer. Maar is het daarmee een gedateerd boek? Nee. De situatie is niet verbeterd, eerder verslechterd, de problemen met de democratie die George aanhaalt zijn nog steeds problemen. Dit alles maakt dat het boek nog steeds relevant is.

Ook zijn oplossingen doen niet gedateerd aan. Sterker nog, daarin zie ik wél verbeteringen, het commonisme heeft in ieder geval in Nederland meer voet aan de grond gekregen, en ook het rentmeesterschap wordt steeds meer gemeengoed. En de Leeszaal is er nog!

George is onderzoeksjournalist en zijn analyses zijn degelijk onderbouwd. Waar hij in 2017 wat vooruitkeek naar ontwikkelingen, zijn deze 7 jaar later bekender en veelvuldig in het nieuws. Dat maakt dat dit boek nú niet meer zo de WOW-factor heeft.

Desondanks leerde ik nieuwe dingen, het verhaal over Bernie Sanders’ campagne was nieuw voor mij en de beschrijving hoe je met een menselijke benadering zoveel kunt bereiken zeer inspirerend. Ook de versie van directe democratie in Zwitserland is leerzaam. En dat de politiek in de VS en het VK zó op elkaar lijken! Zijn opmerking dat je op een partij stemt, die vervolgens niets van het partijprogramma uitvoert en dat je daar niets aan kan doen tot 4 jaar later … inderdaad, dat is toch wel een beetje raar in deze digitale tijd.

De schrijfstijl van George is erg pittig en prettig. Je leest zijn betoog met een frons én een glimlach. Ik vond het ook goed vertaald, qua woordspelingen. De voorbeelden zijn heel aansprekend, erg leuk en effectief dat ook Europa én Nederland een aantal keren voorbijkomen, zowel in positieve als in negatieve zin. Dat geldt voor de meeste voorbeelden: ook de politiek in Zwitserland, waar hij enthousiast over is, wordt van de nodige kanttekeningen en regelrechte kritiek voorzien. De voorbeelden zijn ook behoorlijk gedetailleerd uitgewerkt, zodat er weinig gegoogeld hoefde te worden.

De structuur is prettig, het betoog wordt in het voorwoord én de conclusie kort uiteengezet. De hoofdstukken zijn verdeeld in subhoofdstukken, zodat je afgeronde stukken kunt lezen zonder de draad kwijt te raken.

George slaagt er in om toch een hoopvolle draai te geven aan de situatie dat grote bedrijven zo veel macht hebben dat zij de democratie in hun zak hebben en geld boven de aarde stellen. Als we allemaal betrokken zijn bij elkaar en, via participatieprojecten, met de politiek, dat ben je toch een machtsfactor met invloed. En ik troost mij met de gedachte dat hoe vervelend ik de Nederlandse politieke situatie ook vind, het nog altijd beter en democratischer is dan in veel andere landen. Maar het kan nóg beter!

Conclusie

Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos 0.

Vorm: Aansprekend +, Verzorgd +, Illustraties 0, Structuur +, Schrijfstijl +

FOMO 0. 

Ik gaf het boek 3 1/2*

Ken je dit boek? Wat vond je ervan? 

Lees Uit de puinhopen duurzaam …

  • via de (online) bibliotheek (dat deed ik ook!); 
  • digitaal en gratis via Kobo Plus;
  • of uit een minibieb!

Koop Uit de puinhopen duurzaam … 

  • bij de kringloop;
  • bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
  • niet meer beschikbaar bij je lokale boekwinkel, via Libris;
  • of via B-Corp Bol (affiliate link).

Keus genoeg!

Elly Stroo Cloeck schrijft recensies en samenvattingen van managementboeken.

Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief of op de wekelijkse blog-updates!

Dit bericht werd geplaatst in Maatschappij en getagd met , , , . Maak de permalink favoriet.

1 Response to Recensie: Uit de puinhopen – goed betoog

  1. Pingback: Topboeken: de beste boeken van Q1 2025 | ESCIA – 1001boeken

Plaats een reactie