Een biografie in de vorm van een koffietafel-boek, dat zie je toch niet vaak! Einstein, The Man, The Genius and The Theory of Relativity van Walter Isaacson uit 2018 is zo’n boek. Prachtig uitgevoerd, en met minstens zoveel persoonlijke details over Albert, als uitleg over zijn theorieën. We kennen Einstein natuurlijk van E=mc2, maar dit is maar een fractie van wat hij verzon. Wist je dat hij aan de wieg stond van de atoombom? Daar had hij, in retrospect, spijt van. En wist je dat bij bijna President van Israël was geworden? Maar als kind was Einstein bepaald geen Einstein ….
De biografieën van Walter zijn bijzonder, omdat hij het uitpluizen van de levens van zijn onderwerpen combineert met zijn liefde voor de wetenschap. Deze koffietafelbiografie is een verkorte uitgave (160 pagina’s) van zijn werk uit 2009: Einstein, His Life and Universe (600 + pagina’s). Van deze ‘korte’ biografie leerde ik niet alleen over de relativiteitstheorie, maar ook over de voordelen én nadelen van rebel zijn. Superleuk is de opname van diverse brieven van en aan Einstein, meestal in het Duits, en allemaal in het Engels vertaald. Ook de invloed van zijn Joods-zijn op zijn carrière wordt goed geduid.

De biografie ‘Einstein, The Man, The genius, and The Theory of Relativity’…
… is voor het gemak en om wat overzicht te houden onderverdeeld in groepen jaren. Het begint uiteraard bij zijn jeugd in Early Years, zijn studie en werk in Zurich in Swiss Years, dan zijn Berlin Years, en als hij naar de VS vertrekt in verband met de opkomst van Hitler, de Princeton Years. Ik las het boek in het Engels, dat moge duidelijk zijn. Wat las ik zoal, dat me opviel?
Early Years
Dat Einstein als kind geen Einstein was: het duurt vrij lang tot hij leert praten, hij dagdroomt veel, en noemt dat gedachtenexperimenten. Hij blijkt te denken in plaatjes, en dat is later ook de bron van al zijn ontdekkingen. Hij verzet zich tegen autoriteit en een leraar zegt dan ook dat Einstein later niet veel zal bereiken. Op zijn 6de krijgt hij van zijn moeder een viool, en hij blijft zijn hele leven spelen. Niet onverdienstelijk, lijkt het, en zelfs een keer met de Koningin van België. Hij vergelijkt de muziek van Mozart met ‘de innerlijke schoonheid van het Universum zelf’. Op zijn 10de krijgt hij van een huisvriend zijn eerste wetenschapsboekjes, en hij is verkocht.
Swiss Years
Einstein heeft een hekel aan militarisme, marcherende soldaten en ‘soldaatje spelen’. Dat heeft voornamelijk te maken met zijn afkeer van autoriteit. En ook op school is autoriteit leidend. Op zijn 15de verlaat hij zijn middelbare school in München, en probeert op de Technische Hogeschool in Zurich te komen. Hij is 2 jaar te jong, zakt voor het toelatingsexamen (op niet-technische vakken zoals Frans) en maakt in Aarau, bij een gastgezin, zijn middelbare school af. Hij vond het heerlijk, niet dat Duitse ‘in je hoofd stampen’ maar juist gedachtenexperimenten. Op zijn 16de doet hij afstand van de Duitse nationaliteit, en is statenloos. Eenmaal op de Hogeschool begint zijn verwaarloosde uiterlijk, hij raakt vaak zijn sleutels kwijt en vergeet kleding mee te nemen als hij op reis gaat. En alweer concludeert men ‘dat het nooit wat zal worden met Einstein’.
Hij wil graag docent, of liever nog hoogleraar worden, maar op de Hogeschool moeten ze hem niet, hij is veel te onconventioneel, zowel in gedrag als in theorieën. Hij gaat dus maar als patent-beoordelaar aan de slag op het patentbureau in Zurich. En omdat hij geen dr. titel heeft, is hij beoordelaar derde klasse. Hij is er, met zijn kritische geest die álle veronderstellingen verwerpt, heel goed in!
In de avonduren doet hij zijn wetenschappelijke gedachtenexperimenten, en dit blijkt achteraf zijn meest productieve periode te zijn: 1905 is zijn ‘wonderjaar’. Hij is 26 en publiceert 4 papers die de traditionele wetenschap op zijn kop zetten. De eerste paper gaat over lichtkwanta, de tweede over de omvang van atomen, de derde over de beweging van deeltjes in vloeistoffen en de vierde over ruimtetijd, oftewel speciale relativiteit. En in een addendum op die vierde paper, kwam hij met zijn relatie tussen energie en massa: E=mc2. En eindelijk krijgt hij in 1907 dan zijn doctoraat, en een promotie tot beoordelaar tweede klasse! Maar hoogleraar wordt hij niet, wel een slecht-betaalde privédocent, zodat hij zijn werk op het patentbureau ernaast moet blijven doen. Pas in 1910 wordt hij hoogleraar.
Berlin Years
Ondertussen wordt hij als spreker op allerlei conferenties uitgenodigd en wordt hij een beroemdheid. In 1913 krijgt hij een uitnodiging om hoogleraar te worden bij twee universiteiten in Berlijn. Zijn eerste vrouw, die het in Zurich geweldig vindt, en hem, als onafgestudeerde natuurkundige, altijd helpt met zijn werk, is niet gelukkig. Haar technische kennis is inmiddels niet langer nodig, en in Berlijn samenleven met haar schoonouders, en een nicht die een rivale blijkt, is een drama. Ze verlaat Einstein in 1914 en gaat met hun twee zonen terug naar Zurich. Het stel gaat gescheiden van tafel en bed verder.
In 1914 breekt WO1 uit, en Einstein is verre van een patriot. In tegendeel, hij wordt openlijk pacifist. Dat brengt hem in conflict met zijn collegae op de universiteiten in Berlijn. Zijn zonen in Zurich kan hij niet meer bezoeken. Zijn vrouw wordt depressief omdat Einstein financieel niet over de brug komt en ook niet officieel wil scheiden. Als Einstein in 1918 ziek wordt, wordt hij door zijn nicht Elsa verzorgd. Ze kunnen wel héél goed met elkaar opschieten! Zij wil wél trouwen. Uiteindelijk vraagt Einstein echtscheiding aan, en biedt zijn vrouw het prijzengeld van de Nobelprijs aan, áls, áls hij die ooit gaat winnen, want zijn belangrijkste ontdekkingen zijn al 13 jaar geleden gedaan. Ze accepteert. In 1919 trouwt hij met Elsa, die niet zeker niet technisch onderlegd is, maar wel over hem moedert. Het is bepaald geen romantisch huwelijk.
Inmiddels hebben de Duitsers de oorlog verloren, en dat was, natuurlijk, de schuld van de pacifisten, de globalisten en de Joden. Einstein viel in alle drie categorieën. Hoe langer hij in Duitsland woont, hoe meer hij zich ook identificeert als Jood. En het anti-semitisme brengt zijn rebelse aard in het geweer, hij gaat dat Joods-zijn zéker niet verbergen. Hij is niet zozeer religieus, maar ziet de Joden nu als zijn ‘stam’. En hij wil doen wat hij kan voor al zijn stamgenoten die overal zo slecht behandeld worden. De Zionist Weizmann probeert Einstein over te halen met hem naar de VS te reizen om geld op te halen voor Joden die naar Palestina willen. Einsteins beroemdheid kan daarbij helpen. Na lang aarzelen gaat hij, in 1921, met de SS Rotterdam naar de VS. Het wordt een zegetocht, hij debatteert zelfs met de VS Senaat over zijn relativiteitstheorie.
In de tussentijd heeft hij nog steeds geen Nobelprijs. In 1910 was hij genomineerd, maar vond men zijn ‘uitvinding’ rond relativiteit te theoretisch. In 1920 speelt politiek, antisemitisme, een rol. In 1921 kan men er eigenlijk niet meer omheen, maar er zijn nog steeds teveel tegenstanders en men besluit de prijs dan maar helemaal niet toe te kennen. In 1922 krijgt Einstein een voorvechter in het comité, en die komt met een oplossing: geef Einstein de prijs voor een ándere theorie! En zo geschiedde, hij krijgt in 1922, de 1921-prijs voor lichtkwanta. En zijn eerste vrouw krijgt eindelijk haar geld!
Inmiddels is Einstein in de 40, en niet zo rebels en creatief meer. Privé is hij wat burgerlijk geworden. In zijn werk verzet hij zich tegen de theorieën over kwantummechanica, omdat onzekerheid een (te) grote rol speelt. ‘God zou niet dobbelen met het Universum’. Hij gelooft trouwens wel in God, als de basis voor de wetten van de natuur, niet als een persoonlijke helper die naar je gebeden luistert.
Princeton Years
In 1933 komt Hitler aan de macht. Einstein geeft dan net een cursus in de VS en besluit nooit meer naar Duitsland terug te keren. Hij vaart terug naar Europa, maar stapt in België van de boot, levert zijn paspoort in en geeft zijn Duitse staatsburgerschap op (alweer?). Hij besluit naar de VS te emigreren en in Princeton te gaan wonen en werken. Daar cultiveert hij zijn reputatie als slordige, verstrooide professor, die rondloopt zonder sokken, deels doordat hij steeds in gedachten is, maar ook deels expres.
Door het aan de macht komen van Hitler, laat Einstein ook zijn pacifisme varen, en heeft een nieuwe passie: Joden helpen. Een Joodse vluchteling vertelt hem in 1939 over het risico dat de Duitsers uranium uit Belgisch Congo zullen gebruiken om een bom te maken, en Einstein gebruikt zijn beroemdheid en zijn contacten om een brief daarover bij de President Roosevelt te krijgen. Men besluit om de mogelijkheden om zo’n bom te maken verder te onderzoeken. Einstein wordt niet uitgenodigd voor dit onderzoek, hij wordt gezien als veiligheidsrisico. Hoover vindt zijn verleden te ‘radicaal, socialistisch en pacifistisch’ om na zo’n korte tijd, 6 jaar, al een loyale Amerikaan te zijn. Hij heeft dus niks meer met de bom te maken.
Einstein haalt in 1945 wel de voorpagina’s met zijn relatie met de net ontplofte atoombom, maar heeft in retrospect spijt van de brief: hij plantte het zaadje van atoom-kettingreactie bij de overheid en daarbij zou het Duitse project nooit succesvol zijn geweest. In plaats van weer pacifist te worden, ziet Einstein nu meer in een systeem van wereldbestuur. Aparte staten zullen wapens blijven maken en oorlog voeren, één regering voor de hele wereld lost dat op, alle nucleaire wapens moeten de wereld uit. De VS moet de USSR aan boord brengen voor dit idee. Iemand zegt daarover dat ‘de man die met ruimtetijd wetenschappelijk in 4 dimensies dacht, politiek maar in 2 dimensies denkt’. Maar Einstein is niet naïef, hij houdt alleen niet van compromissen en halfbakken oplossingen. Daar is hij teveel wetenschapper voor.
Op wetenschappelijk gebied werkt hij nog steeds aan een ‘unified theory’ (de ‘theorie van alles’) die de natuurwetten, kwantummechanica en relativiteit verbindt en dus onzekerheid uitsluit. Zijn ideeën daarover deelt hij met Schrödinger, bekend van zijn ‘kat’ die tegelijk dood en levend is. Einstein blijft stukken produceren, maar komt nooit met een doorbraak.
Als voorstander van een wereldregering, is hij geen fan van een Israëlische staat, hoewel hij wel vóór de immigratie van Joden in Palestina is. Als de Israëlische staat in 1948 wordt opgericht, verandert hij alsnog van gedachten. Maar als hij in 1952 wordt gevraagd de tweede President van Israël te worden, een ceremoniële functie, bedankt hij beleefd voor de eer.
Op het eind van zijn leven is hij nóg een keer rebels, en wel tijdens de jacht van McCarthy op communisten, het ‘Rode gevaar’. Als men voor de Senaat moest getuigen over mogelijke communistische sympathieën, moest men gewoon maar weigeren, zegt Einstein, naar het idee van geweldloos verzet van Gandhi. Dat leverde hem een hoop haat op, ‘burgerlijke ongehoorzaamheid is een misdaad’, zo kopten de kranten. Maar Einstein zag het als een aanloop naar fascisme, en Walter stelt dat ‘hij de passie van democratie niet zag, en niet begreep dat het politieke systeem in de VS sterk genoeg was om die aanval erop te weerstaan’.
Einstein overlijdt op 18 april 1955. Op zijn nachtkastje liggen 12 pagina’s met wiskundige vergelijkingen, hij was tot op het einde zoekende naar de theorie van alles.
Mijn evaluatie van Einstein
Het fijne van de biografieën van Walter Isaacson, is dat je er zo veel van leert. Walter geeft veel aandacht aan de theorieën van Einstein, met uitleg, grafieken en plaatjes, net genoeg om een soort van basisbegrip te kweken. Wat in ieder geval bijblijft is de aanpak van Einstein: hij ziet alles in zijn hoofd, experimenteert niet veel maar gebruikt voornamelijk logica, causaliteit, om dingen te verklaren. Het probleem is dan natuurlijk gebrek aan bewijs. Leuk om te lezen dat er een eclips nodig was om zijn relativiteitstheorie te bewijzen. In Mei 1919 was dat zover. Ik had over de wetenschap en bijvoorbeeld zijn Duitse staatsburgerschap nog een paar vragen, maar ik snap dat je niet álles, en zeker niet de relativiteitstheorie, in een ‘samenvatting’ van een werk van 600 pagina’s kunt opnemen. Dit relatief dunne boek lijkt alles voldoende af te dekken.
Natuurlijk is de hele biografie wetenschappelijk onderbouwd, gebaseerd op talrijke documenten, brieven, en papers. Wat Einstein precies dacht en voelde, voor zover niet vastgelegd, zullen we nooit precies weten, Walter heeft het hem niet kunnen vragen en waagt zich niet aan speculatie. We moeten het doen met Einstein’s gedrag.
Ik vond het verrassend om te merken hoe relevant het verhaal voor het heden is. Hoe iemand die tegen autoriteit en veronderstellingen ingaat, ons meer begrip van de wereld oplevert. En wat mij betreft, waarschijnlijk ook terecht zijn vraagtekens zette bij de sterkte van de democratie in de VS ten tijde van McCarthy.
De koffietafelboekvorm is geweldig. Einstein en alle andere spelers in het verhaal worden uitgebreid beschreven, hun overwegingen toegelicht zodat ze tot leven komen in plaats van alleen bekende namen te zijn. Van vrijwel iedereen is een foto opgenomen, naast alle documenten die het verhaal onderbouwen. Documenten in het Duits zijn allemaal in het Engels vertaald. Grafieken en illustraties maken de wetenschappelijke uitgangspunten toegankelijk, en het geheel is in kleur gedrukt op mooi glanzend papier. De indeling in geografie werkt heel goed, hoewel Walter vaak teruggrijpt op het verleden als er weer een nieuw onderwerp voor onderzoek wordt aangesneden, er waren tenslotte veel anderen, naast Einstein, die aan die onderzoeken werkten en al het een en ander hadden uitgevonden.
Walter schrijft met humor en maakt het genie heel menselijk, en dat vind ik knap als het gaat over iemand die al 70 jaar dood is, en die je dus niet hebt meegemaakt en niets meer kunt vragen.
FOMO? Een beetje wel. Als je E=mc2 kent, zou je toch ook iets van de bedenker ervan moeten weten. Er zijn maar weinig mensen die zóveel invloed op onze wereld hebben gehad. Daarbij geeft het een broodnodige introductie voor het werk wat bijvoorbeeld Stephen Hawking heeft gedaan.
Conclusie
Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos +.
Vorm: Aansprekend+, Verzorgd +, Illustraties +, Structuur +, Schrijfstijl +
FOMO 0.
Ik gaf het boek 5*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Lees Einstein duurzaam …
- via de bibliotheek (dat deed ik ook!);
- of uit een minibieb!
- digitaal? Zou ik niet doen, zonde van de uitvoering.
Koop Einstein duurzaam …
- bij de kringloop;
- bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
- niet meer beschikbaar bij je lokale boekwinkel, via Libris (aff.);
- of via B-Corp Bol (aff).
Keus genoeg!
Abonneer je hier op de wekelijkse blog-updates!
Pingback: Familie: neef Walter Isaacson | ESCIA – 1001boeken
Pingback: Recensie: Het ontstaan van de tijd – mooi én ingewikkeld | ESCIA – 1001boeken