Recensie: De bestedeling – boeiend en saai

Menno Lanting kennen we van zijn vele boeken over IT, AI, digitalisering. Zonder uitzondering uitstekend geschreven, met veel voorbeelden, gericht op nieuwe ontwikkelingen en ruim baan voor de menselijke aspecten. De bestedeling uit 2025 is een heel ander boek, zowel qua onderwerp, ‘kinderveilingen’, qua richting, namelijk terugkijkend, als qua schrijfstijl. Het resultaat is een boek dat zowel boeiend als saai is. Ja, dat kan dus …

Een bestedeling is iemand, vaak een kind, die niet meer verzorgd wordt en zo ten laste van de overheid komt. Het gaat naar een weeshuis, of wordt ‘uitbesteed’ aan een gezin dat een vergoeding voor kost en inwoning ontvangt. Het gezin dat het laagst biedt om deze zorgtaak uit te voeren, krijgt het kind. Vandaar kinderveilingen. Zo’n gezin deed hier soms aan mee uit sociale overwegingen, maar veel vaker om er geld aan te verdienen. Verwaarlozing en uitbuiting waren dus geen uitzondering. Daarover lezen was bepaald schokkend.

Het geschiedenisboek De bestedeling …

… heeft als uitgangspunt het leven van Menno’s overgrootmoeder, Geesken Staal, die in 1877 binnen enkele dagen zowel haar vader als haar moeder verloor. Ze was nog maar 5 jaar. Binnen de familie van Menno is maar weinig bekend over het leven van Geesken: er zijn vrijwel geen foto’s of brieven bewaard gebleven en Geesken sprak met haar gezin nooit over haar jeugd. Er was een gerucht dat ze in een kindertehuis in Deventer had gezeten. Geesken overleed op haar 45-ste in het kraambed.  Menno wil wat meer weten over zijn overgrootmoeder en gaat op onderzoek uit, beginnend bij het Stadsarchief van Deventer.

Daar weet hij de hand te leggen op een flinke stapel documenten over zijn overgrootmoeder, en haar 5 broers en zusters. Nadat de ouders, Lodewijk en Hendrika, zijn overleden, komt de rest van de familie bij elkaar bij het kantongerecht om de voogdij te regelen. Er zijn twee ooms en twee opa’s bij. Niemand wil de kinderen in huis hebben. De ooms waren beiden ongetrouwd, de opa’s behoorlijk oud, waarschijnlijk was dat de reden. De voogdij wordt wél geregeld: een opa is voogd en een oom toeziend voogd.  Er is geen geld, de kinderen hebben niets anders dan de kleren die ze dan dragen. Het stadsbestuur van Deventer besluit dat de kinderen naar het kindertehuis gaan. Maar …. daar blijven ze niet.  

Geesken’s uitbesteding

Tot Menno’s verbazing vindt hij ‘uitbestedingsformulieren’ in de stapel papier. Na lang zoeken ontdekt hij dat de kinderen zijn uitbesteed aan diverse boerenfamilies in de Achterhoek. Ze bleven niet bij elkaar, maar gingen naar verschillende pleeggezinnen. En ze waren dat jaar de enigen niet: van de 30.000 weeskinderen zaten er maar 10.000 in een weeshuis, de rest was uitbesteed. Dat waren bestedelingen. Ze werden behandeld als goedkope arbeidskrachten, kregen nét genoeg te eten en nauwelijks nieuwe kleding. Ze waren verkocht als handelswaar (ik zou het zelf slaven noemen…).

Menno besluit het fenomeen bestedeling verder te onderzoeken.

Dat begint met de lokale omstandigheden in 1877: aan het eind van de 19-de eeuw heersten er veel besmettelijke ziekten: cholera, tyfus, pokken, tbc. Lodewijk en Hendrika zijn waarschijnlijk aan tyfus overleden. In zo’n geval wordt er alles gedaan om verdere verspreiding te voorkomen: alle persoonlijke spullen worden verbrand, het huis ontsmet, hele wijken afgesloten. Lodewijk en Hendrika werden in afzonderlijke, algemene graven begraven, zonder grafsteen. Die graven zijn er niet meer, ze zijn al na 10 jaar geruimd.

De 6 kinderen Staal zijn redelijk te volgen, Menno geeft kort weer wat hij heeft kunnen vinden over wie de pleegouders waren, met wie de kinderen trouwden en waar en wanneer ze overleden. Soms is er wat briefwisseling beschikbaar vanuit het weeshuis, die formeel toezicht hield op de bestedelingen. Geesken overleed in 1916, op 44 jarige leeftijd (?) waarschijnlijk aan een ziekte (?).

De kinderveilingen

Het volgende hoofdstuk gaat in op het proces van de veilingen, Menno beschrijft een dag in 1780, waarbij ‘boeren, schippers en herders verwachtingsvol afwachten of er iets van hun gading tussen het aanbod zal zitten’. Daarna analyseert hij de oorzaak van de veilingen vanaf ongeveer 1300: armoede, oorlog, hongersnood. De families konden niet meer voor hun hulpbehoevenden zorgen, de kerk sprong in. Ze gaven voedsel, kleding, geld, én regelden pleegzorg. Dat was de start van uitbesteding. Vanaf de 15de eeuw nam het aantal wezen in de (steeds grotere) steden toe, en ging het stadsbestuur zich ermee bemoeien. Naast weeshuizen kwamen er ook armenhuizen, dolhuizen en tuchthuizen. In kleinere steden en op het platteland waren er te weinig weeshuizen en bleef uitbesteding nodig. De ‘weeskamer’ was verantwoordelijk. Maar ook in de grote steden werd dit nodig: er kwamen steeds meer kinderen, niet alleen wezen, maar ook vondelingen, en eenvoudig verlaten kinderen. De weeshuizen konden het niet meer aan, en uitbesteding volgde.

Bestedelingen werden tussen 1700 en 1800 ook uitbesteed aan de VOC en kwamen op de grote vaart terecht. Vanaf 1690 gingen er bestedelingen naar planters in Suriname, maar dat was geen succes, de kinderen waren te zwak voor het harde leven en het klimaat. En er gingen bestedelingen naar fabrieken, zoals de weverijen in Enschede. In Veenhuizen was een ‘vrije kolonie’ en daar werd een kazerne voor 1200 wezen gebouwd, waar de kinderen uit de grote steden naartoe werden gestuurd. ‘Mensonwaardige omstandigheden’, zo lees ik. In 1869 werden al deze gestichten opgeheven.

De bestedelingen, namen en jaartallen

Tot zover is dit boek heel interessant en prettig te lezen. In deel 2 verandert dit. Menno duikt diep in de veilingen en voert veel geveilde kinderen ten tonele, in een nogal formele schrijfstijl. Daarna komen er wat prettiger te lezen levensverhalen van bestedelingen, zoals het verhaal van Jantje Fief, wat ontleend is aan het gelijknamige boek uit 1890.

In deel 3 gaat Menno diep in op de levens van de bestedelingen. Onder andere komen de verschillende oorzaken van hun bestedelingschap aan de orde: te vondeling gelegd, achtergelaten want te lastig, ouders in de gevangenis. Ik vond dit deel al wat droger worden. En het loopt vaak slecht af met de bestedelingen, het uitbesteden hielp hen bepaald niet.

In deel 4 krijgen de bestedelingen die ‘overleefden’ en zelfs opbloeiden de aandacht, mooi, want in het voorgaande is wel heel veel ellende te lezen. Maar ook in dit deel gaat het ook over verwaarlozing, mishandeling, zelfmoord. Er komen veel namen en jaartallen voorbij, te veel naar mijn smaak.

Reflectie

Menno eindigt met zijn persoonlijke reflectie. Anno nu wordt de verzorgingsstaat afgebroken, de omstandigheden bij de Jeugdzorg zijn superslecht. Mensen blijven lang vastzitten in armoede door een onhandig toeslagensysteem en steeds verdere bezuinigingen. Leerpunt uit de geschiedenis volgens Menno: mensen hebben een steuntje in de rug nodig. We maken echter nu dezelfde fouten als toen. Zo wordt het niet beter.   

Mijn evaluatie van De bestedeling

Het fenomeen bestedeling kende ik niet en de veilingen waren ook nieuw voor me. Dat hier leerpunten uit te halen zijn voor de huidige situatie is best duidelijk: als je nauwelijks geld uittrekt om de mensen te helpen, help je ze gewoon niet. Uitbuiting en verwaarlozing komt misschien minder voor, maar mensen komen nog steeds slecht uit de armoedeval.

Menno heeft een poging gedaan om de levensverhalen van vele bestedelingen te clusteren naar oorzaken en uitkomsten, maar op mij komt een groot deel van het boek toch over als een (te) grote verzameling namen en jaartallen. Qua analyse komt er onvoldoende uit, de structuur had wel beter gekund.

Het eerste deel, wat voornamelijk over de familie Staal gaat, vond ik het best, omdat het prettig leest en op hoog niveau de context beschrijft. Het voelt persoonlijker aan dan de rest van het boek.  Want ook al gaat het hele boek over bestaande mensen, doordat het allemaal onbekenden voor Menno zijn, blijft het in de overige delen vaak een wat droge opsomming van feiten en jaartallen, en komen omstandigheden en emoties te weinig aan de orde om echt tot levendige voorbeelden te komen. Dat is begrijpelijk, omdat dit alles zich afspeelt tot 1950, betrokkenen vaak al dood zijn en nabestaanden van niets blijken te weten. Alle informatie komt dus uit officiële documenten en soms brieven, die ook best formeel zijn. Het boek heeft geen illustraties, die de boel misschien nog wat hadden kunnen verlevendigen.

Die formele bronnen hebben naar mijn gevoel ook de schrijfstijl beïnvloed: wat statig woordgebruik waar Menno normaal gesproken veel vlotter schrijft. Dat is in zijn persoonlijk stukken beter, maar veel daarvan zijn niet zo heel relevant. Als hij op zoek gaat naar de betreffende boerderij, of het ouderlijk huis, blijken deze er vaak niet meer te zijn. De omschrijving van de omgeving kan dan wel aardig zijn, maar ik kan er weinig mee in relatie tot de betreffende bestedeling. Was de sfeer vergelijkbaar met 100 jaar geleden? De volgorde van de zinnen vond ik soms onlogisch en sommige zinnen lopen ook helemaal niet. Daarnaast zitten er wat foutjes of tegenstrijdigheden in de jaartallen. Zoals bij Alex, die 2 jaar na zijn dood een brief schrijft. En Geesken. Stierf zij op haar 44ste of 45-ste? Aan een ziekte of in het kraambed?

Ik denk dat dit onderwerp beter tot zijn recht had kunnen komen door er fictie van te maken, á la ‘t Hooge Nest, als een levendig, geromantiseerd verhaal over Geesken, gebaseerd op die droge feiten.

Voor mij was het duidelijk: ik móest dit boek lezen, want Menno is ‘familie’. Maar voor anderen is dit geen Must Read, je mist niets.

Conclusie bij De bestedeling

Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos +.

Vorm: Aansprekend-, Verzorgd 0, Illustraties -, Structuur 0, Schrijfstijl 0

FOMO -. 

Ik gaf het boek 3*

Ken je dit boek? Wat vond je ervan? 

Ik kreeg het boek toegezonden door Menno, voor een recensie.

Lees De bestedeling duurzaam …

  • via de (online) bibliotheek; 
  • of uit een minibieb!

Koop De bestedeling duurzaam … 

  • bij de kringloop;
  • bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
  • bij je lokale boekwinkel, via Libris (aff.);
  • of via B-Corp Bol (aff).

Keus genoeg!

Abonneer je hier op de wekelijkse blog-updates!

Dit bericht werd geplaatst in Maatschappij en getagd met , , , , , . Maak de permalink favoriet.

1 Response to Recensie: De bestedeling – boeiend en saai

  1. Pingback: Familie: ‘neef’ Menno Lanting | ESCIA – 1001boeken

Plaats een reactie