Recensie: Limitarisme – overtuigend

Ingrid Robeyns schreef in 2023 Limitarisme, pleidooi tegen extreme rijkdom. Natuurlijk was ik nieuwsgierig naar de limiet, en ook naar haar motivatie, die met name de mensen die al extreem rijk zijn, of het heel graag willen worden, mee moet krijgen. Eerlijk, ik was wat sceptisch. Onterecht! Het betoog is bepaald overtuigend, en staat ook nog eens vol met observaties die het overdenken meer dan waard zijn.  

Als je denkt dat de conclusie van het boek een bedrag is, kom je bedrogen uit. Ingrid pleit in de kern voor rechtvaardigheid, voor vermindering van vermogens- en inkomensongelijkheid. Mensen worden rijk door de relatie met andere mensen: werknemers, klanten, financiers. Op een onbewoond eiland word je niet rijk. Dus waarom wordt de rijkdom alleen met de aandeelhouders gedeeld? Ingrid gaat ook in op alle argumenten tégen Limitarisme, en weet deze goed te weerleggen. Als conclusie stelt ze dat Limitarisme, en met name de onderliggende systeemverandering, goed is voor iederéén. Ik zeg: doen!

Het maatschappelijke boek Limitarisme …

… bespreekt een groot aantal voordelen van het instellen van een maximum aan vermogen en de argumenten tegen extreme rijkdom. Het meest voor de hand liggende argument is natuurlijk het nadelige effect van ongelijkheid in de wereld en in een land. Ook is een significant deel van buitensporige rijkdom bezoedeld: oneerlijk verdiend, of onethisch gegroeid in belastingparadijzen. Nu komt een groot deel van de economische winst bij de rijkste mensen in de samenleving terecht, die winst wordt bepaald niet eerlijk verdeeld.

Politieke macht en ecologische schade

Iets anders is de politieke macht die de rijken hebben, wat ingaat tegen de uitgangspunten van een democratie. De politiek wordt door een groep rijken gedomineerd. Ook hebben de superrijken ecologische schade veroorzaakt, die relatief veel groter is dan de schade van de ‘gewone man’, door hun levensstijl, bedrijfsstrategieën, belastingontwijking, en gelobby. Daarnaast is er veel geld nodig om de klimaatschade te herstellen en te voorkomen, en de rijken bezitten veel geld dat ze helemaal niet nodig hebben.

Hebben ze het wel verdiend?

Ook een mooi punt: wie verdient het om extreem rijk te zijn? Geërfd geld is gebaseerd op toeval: daar waar je wieg stond. En verdiend geld is vaak gebaseerd op extreem hoge beloningen, die niets meer te maken hebben met prestaties (hoe meet je die?) en talent (ook weer toeval). Een gemiddelde CEO verdiende wereldwijd > 300x het salaris van een gemiddelde medewerker in zijn bedrijf, in de VS is dat zo’n 670x en een bonus van 56 miljard hebben we nu ook gezien.

Mensen onderschatten de feitelijke economische ongelijkheid, dit blijkt uit vele studies. Ook beseffen ze niet dat de ‘elite’ voor economische regels heeft gezorgd die tot doel hebben hun eigen financiële positie te verbeteren. Daarom wordt er niet overwegend gestemd voor meer herverdeling. Ook gelooft men nog in sociale mobiliteit, dat je kunt opklimmen, rijk kunt worden. Maar die mobiliteit is in de praktijk beperkt, en neemt af. De inkomensongelijkheid is in de afgelopen jaren enorm gegroeid, en ook dat wordt onderschat.

Limitarisme = communisme?

Veel mensen denken dat Limitarisme neerkomt op communisme. Dat slaat nergens op. Limitarisme wil zeker geen centraal geleide planeconomie, en ook geen despotische overheid. En ook wil het de vrije markt, private bedrijven of privébezit niet afschaffen. Wel is het zo dat sinds 1970 markten minder gereguleerd zijn dan ervoor, dat er heel wat eigendom van de publieke sector naar de private sector is overgeheveld, zoals de spoorwegen. Het ging gepaard met een verschuiving van macht van de staat naar de private sector. Toch is er nog veel bezit in overheidshanden, zoals de nationale parken, en grijpt de overheid ook in de economie in, met financiering van scholen, met een minimumloon, met maximumprijzen voor elektra en gas, met subsidies. We zijn dus zeker niet zuiver kapitalistisch, maar wel méér kapitalistisch dan vroeger.

Wat het Limitarisme wil is: zorgen dat ongelijkheid binnen de perken blijft en het overtollige geld van de rijken gebruikt wordt om urgente basisbehoeften en collectieve problemen aan te pakken. Hierbij spelen ook morele en ethische overwegingen een rol. Dit kan binnen allerlei alternatieve economische modellen die momenteel opgang doen: welzijnseconomie, donuteconomie.

En wat is dan de limiet?

Natuurlijk gaat het boek in op wat een redelijk maximumvermogen zou kunnen zijn, en 10 miljoen wordt geopperd. Maar daar draait het niet om. Het gaat meer om een systeemverandering, en een mentale verandering naar ‘genoeg is genoeg’.  

Wat moeten we doen? En doen de rijken mee?

Ingrid denkt dat de superrijken eigenlijk helemaal niet gemotiveerd worden door steeds meer geld. Wel door status, macht. Een limiet, of verhoging van de belastingen, zal ze niet heel erg raken. Daarnaast zijn ze ook intrinsiek gemotiveerd, ze halen voldoening, zelfs plezier, uit hun werk bij hun super succesvolle ondernemingen. Dus misschien stribbelen ze niet eens zoveel tegen.

Daarnaast kan het Limitarisme ook hen wat opleveren: Morele winst, zich een beter mens voelen. Politieke instabiliteit wordt vermeden, de kans op opstanden is minder. Altijd goed voor je bedrijf, volgens de 121 ‘Patriottic Millionaires’. De economie groeit want de armen hebben meer geld om uit te geven. Trickle up. Het werkt bevrijdend, geen zorgen over je beleggingen, geen ruzies meer met de familie, geen schuldgevoel, volgens The Good Ancestor Movement. Dit hoofdstuk 9 is bepaald tegen-intuïtief maar onderbouwd!

Welke acties zijn nodig voor het Limitarisme?

  1. Allereerst wat doen aan de normen en waarden van het neo-liberalisme. Rechtvaardigheid en mensenrechten moeten centraal staan, niet economische efficiëntie. Besluitvorming op basis van gemeenschappelijkheid, niet op basis van technocratie.
  2. Ten tweede moeten we klassebarrières afbreken, wat empathie en begrip voor anderen verhoogt. Hiervoor is huisvestings- en onderwijsbeleid nodig, een maatschappelijke dienstplicht is een goed idee.
  3. Ten derde moeten we zorgen voor een betere balans tussen de economische machten.  De drie politieke machten (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht) zijn gescheiden om machtsmisbruik te voorkomen. De economische machten zijn werkgevers versus werknemers/vakbonden, aandeelhouders versus stakeholders. Niet in balans, en dus hier wél machtsmisbruik.
  4. Ten vierde moet de fiscale beslissingsmacht van de overheid worden hersteld en belasting-ontduiking en ontwijking worden tegengegaan door kapitaalvlucht onmogelijk te maken. Natuurlijk kan dit alleen in internationaal verband.
  5. Als vijfde: inbeslagname van besmet geld. Denk aan crimineel geld, maar ook aan geld verdiend met slavenhandel of corruptie.
  6. Als zesde moet de internationale economische architectuur eerlijker worden ingericht. Denk aan een leefbaar loon bij geoutsourcete productie.
  7. En dan als zevende het begrenzen van de topbeloningen. Vroeger schaamde je je als je 100x zoveel verdiende als de minst betaalde werknemer van je bedrijf. Nu niet meer. Dus naast een ‘maximumloon’  is ook verandering van sociale normen nodig. En een internationale minimumbelasting op inkomen uit kapitaal.
  8. En als laatste het meest urgente: stoppen met intergenerationele overdracht van rijkdom door per persoon het bedrag aan ontvangen erfenissen te begrenzen. Dit idee is overigens van John Stuart Mill, die je echt geen socialist kunt noemen. Het ‘overschot’ kan dan verdeeld worden onder alle jongeren. Dat haalt gelijk de weerstand tegen successiebelasting weg.

Afsluitende boodschap: geld van de 1% over de 99% verdelen zal een enorm onaangebroken potentieel vrij maken. Daar zal dan iedereen van profiteren, ook de rijken.

Ondanks dat Ingrid’s argumenten overtuigend zijn, geloof ik niet dat Limitarisme een kans van slagen heeft, maar onderdelen ervan wellicht wel. Dat is dan al winst. En we moeten een ‘audacious goal’ hebben, toch? Dit is er eentje.

Mijn evaluatie van Limitarisme

Ingrid behandelt een onderwerp, ongelijkheid, wat de laatste jaren in veel boeken terugkomt en ook journalistiek veel aandacht krijgt. Dat is dus niet nieuw. Haar oplossing, het Limitarisme, was wél nieuw voor me, en veel van haar observaties verrasten me. Zoals hoe wij beoordelen of rijken hun geld ‘mogen houden of niet’. Dat hangt af hoe het verdiend is, én wat de rijkaard ermee gaat doen. Filantropie waarderen we, maar Ingrid zet er, terecht, de nodige kanttekeningen bij. Heel interessant. Ook haar opmerking over gouden paspoorten, waarbij schimmige figuren staatsburgerschap en dus politieke invloed ‘kopen’, bijvoorbeeld om sancties te ontlopen, en hoe schril dit afsteekt tegen onze asielwetten, stemt tot nadenken.

Ingrid gebruikt veel statistieken en economische theorieën in dit boek, het betoog is goed onderbouwd. Op een opmerking over besmet geld en belastingparadijzen na: dat wordt veelal genegeerd, het Limitarisme focust mede hierop omdat ‘het ons hindert een eerlijkere, limitaristische wereld tot stand te brengen’. Dat negeren zie ik niet zo, en het argument klinkt als een cirkelredenering. Maar zéker een onderwerp om nog wat meer bij stil te staan.

Het onderwerp, en met name de belastingtechnische maatregelen die ze voorstelt, zijn relevanter dan ooit. Niet alleen omdat de VS in extremo anti-limitaristisch is, en we zien wat daar gebeurt, maar ook omdat ongelijkheid bij ons in Nederland aantoonbaar populisme in de hand werkt en slecht is voor onze economie. In de verkiezingsprogramma’s zie ik diverse onderwerpen die aansluiten op Ingrid’s betoog. Nu is het boek wat ouder, 2 jaar inmiddels, maar ik zie toch weinig onderdelen in haar betoog die niet meer juist zijn, ik verwacht dat haar oproep tot systeemverandering, en juist ook een verandering van sociale normen, nogal tijdloos zullen zijn. In de zin van: dat gebeurt toch niet. Dat is best een deprimerende gedachte.

De gebruikte voorbeelden zijn internationaal en illustreren het betoog goed. Ze spelen in op ons gevoel van rechtvaardigheid en zorgen zo voor emotie bij het lezen. Het betoog is soms wat herhalend, het laatste hoofstuk geeft een goede samenvatting. De oplossing is origineel, weer eens wat anders dan ‘gewoon’ progressief belasten. En het idee om limieten op erfenissen te stellen vind ik bepaald elegant. In het betoog gaat Ingrid ook in op de argumenten tégen Limitarisme, hoewel wat minder diepgaand dan op de argumenten vóór. Het heeft een uitgebreide literatuurlijst.

Het ebook dat ik las is sober uitgevoerd, zonder illustraties en met een enkele typo. Het betoog heeft een goede structuur en de rode lijn is duidelijk. Er is veel te leren van het boek, ik verwacht hier ook Booknotes van te maken, ik heb vele pagina’s met aantekeningen gemaakt.

FOMO? Ja, ik denk wel dat dit een boek is dat je gelezen moet hebben, of in ieder geval een essay over dit onderwerp. Al was het alleen maar om te begrijpen dat het niet louter gaat om het vaststellen van een bedrag dat je maximaal mag hebben.

Conclusie

Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos +.

Vorm: Aansprekend+, Verzorgd 0, Illustraties -, Structuur +, Schrijfstijl 0

FOMO +. 

Ik gaf het boek 4*

Ken je dit boek? Wat vond je ervan? 

Lees Limitarisme duurzaam …

  • via de (online) bibliotheek; 
  • digitaal en gratis via Kobo Plus (dat deed ik ook!);
  • of uit een minibieb!

Koop Limitarisme duurzaam … 

  • bij de kringloop;
  • bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
  • bij je lokale boekwinkel, via Libris (aff.);
  • of via B-Corp Bol (aff).

Keus genoeg!

Abonneer je hier op de wekelijkse blog-updates!

Dit bericht werd geplaatst in Maatschappij en getagd met , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie