Ik heb mij voorgenomen om meer biografieën te lezen. Om me wat voor te bereiden las ik De biograaf (Kiss & Tell) van filosoof Alain de Botton uit 1995. Dit is een grappige, intelligente mix van een roman en een bespiegeling aan welke eisen een goede biografie moet voldoen. En wat zijn de bestaande conventies? Want: een biografie zou moeten leiden tot meer begrip voor de hoofdpersoon, we moeten ons in hem/haar kunnen inleven.
Het idee om deze bespiegelingen in een roman te stoppen, is briljant. Alain neemt ons mee in zijn relatie met Isabel, van wie hij alle mogelijke feitjes noteert. De gangbare, zoals familie en werk, en de niet zo gangbare, zoals wat zij met haar ‘snotjes en pulkjes doet’. En niet te vergeten haar reactie op het ononderbroken vragenstellen van Alain. Ook komen de dingen die ze samen doen uitgebreid aan bod, inderdaad als een roman. Alain is er zeker in geslaagd mij me te laten inleven in Isabel, ik vind het een leuke spontane meid! En hij laat me nadenken over welke feitjes nu wél en niet relevant zijn voor een biografie, en hoe (on)betrouwbaar een biografie kan zijn. Daar ga ik zeker wat aan hebben!

Het ‘semi-biografische’ boek De biograaf …
… is ook het verhaal van de ik-persoon, Alain, die een relatie heeft met Isabel. Van elk dingetje dat hij over haar leert, vraagt hij zich af hoe relevant het is, of daar eerder in biografieën over geschreven is. Hij schrijft dus ook over zichzelf. En dat is één van de eerste vragen die hij opwerpt: hoe interessant is het leven van de auteur van een biografie, de biograaf dus. En dat van zijn vrouw, die altijd wordt genoemd in het dankwoord. Hij maakt ook een vergelijking met de kwantummechanica: de waarnemer neemt waar maar beïnvloedt ook het gedrag van wat wordt waargenomen. Als je een poosje door een microscoop kijkt ‘geef je de atomen zo’n onbehaaglijk gevoel dat ze dingen doen die ze anders niet zouden hebben gedaan’. Of anders gezegd: als je moeder erbij is, wordt er over sommige dingen wél gesproken en over andere juist niet, en als je de buren begluurt zullen zij hun potje vrijen op de huiskamervloer uitstellen. In hoeverre beïnvloedt de biograaf het gedrag van zijn onderwerp? Interessante gedachte, en superleuk verwoord.
Wat is de ideale biograaf?
En dat leidt tot de volgende vraag: worden de levens waarheidsgetrouwer beschreven als er veel afstand is tussen biograaf en onderwerp? Kent een vriend of geliefde het onderwerp niet juist veel beter dan een afstandelijke biograaf ooit zou kunnen? Want voor een goede biografie moet je gefixeerd zijn op het onderwerp, iemand door en door willen kennen. Zoals een geliefde dus. Of heeft een geliefde juist teveel vooroordelen, een té roze bril op?
Zijn eetgewoonten relevant in een biografie?
Wat zijn interessante weetjes en wat niet? Wat iemand eet, en lekker vindt? Daar lees je bijna nooit over. En dat terwijl een groot deel van de tijd in ons leven opgaat aan eten (per dag 2-3 van de 16 uur, schat ik, inclusief snacks zo’n 20%) en nog meer aan nadenken over wat je gaat koken, je verheugen op dinertjes en treuren over vreetbuien. Deze vraag vloeit voort uit een ruzie tussen Alain en Isabel, omdat hij een doosje bonbons bijna heeft leeggegeten en haar ‘laat zitten met die stomme citroenparfaits’. Wat is dat, zo’n parfait, en waarom stom? En waarom vindt Isabel het onvoorstelbaar dat Alain denkt dat zij die lekker vindt? Alain gaat op weg om nieuwe bonbons te kopen, maar …. welke vindt ze dan wél lekker? Waarom zegt wát we eten en hóé we eten (boerend, onze jus opdweilend met een stuk brood) volgens de biografen niets over ons karakter, en met wie we slapen en op wie we stemmen wél? Slechts van enkele beroemdheden weten we iets culinairs: Rousseau was dol op peren, Sartre haatte schaaldieren. Dat is nogal magertjes.
Isabel echter denkt het karakter van mensen wél aan de hand van het eten te kunnen afleiden. Zij doet in de supermarkt de winkelwagentjes-test. Een tube ansjovispasta plus een fles walnootolie? Een kinderpornografie-type, ultrarechts, vóór de doodstraf. O, en mensen die tijdens het eten iets anders doen, zoals de krant lezen, tv-kijken, dat zijn ‘verloederde types’, volgens Isabel.
Horen privé-zaken wel in een biografie?
Dan de vraag: wat is té privé voor een biografie? Ik lees een gedetailleerd verslag hoe Isabel met haar snotjes omgaat. Alain vraagt of ze ze ook opeet? Nee, ‘de mijne zijn te zout’. Brrr. Zou ze die van anderen hebben geprobeerd om te vergelijken? Brr Brr. Dat vind ik te privé. Maar verhalen over de eerste kus, de eerste keer seks, aantallen bedpartners, ……
Wat zeggen uitzonderlijke verhalen over een hoofdpersoon?
Men zegt dat biografen teveel aandacht geven aan uitzonderlijke verhalen, denk aan een incidentele knokpartij. In hoeverre is dat een teken van een gewelddadig karakter? Toch is het volgens Alain relevant, omdat in een ‘normaal’ leven er waarschijnlijk zeer weinig aanleidingen zijn geweest voor gewelddadig gedrag, terwijl iemand dat misschien tóch is. Hoe kun je weten of je dapper bent, als je nooit bent toegebruld door een leeuw, midden in de jungle?
En boeken?
Wat zeggen boeken over iemands karakter? Wie heeft er niet tijdens een bezoek of op een feestje, de boekenkast van de gastvrije vreemden bekeken? En als iemand dezelfde literaire smaak heeft, mag je die nét iets liever, maar als je doorpraat over het boek zul je merken dat de ander toch een andere voorstelling heeft over de hoofdpersoon en de omgeving. Die vul je namelijk in met je eigen herinneringen: het gezicht van je neef, de kamer van je opa.
Verschillende biografieën over dezelfde persoon
Over die herinneringen schreef Alain een heel interessant stuk, waarin hij laat zien dat specifieke details en herinneringen anders worden ingekleurd als je een ander humeur hebt. De geboorte van Isabel’s zusje Lucy is dan óf een heerlijke gebeurtenis tegen de eenzaamheid geweest, die haar leerde speelgoed te delen en verantwoordelijkheid te nemen, óf iets wat Isabel beroofde van de aandacht van haar ouders en wat leidde tot rivaliteit. Is ze nu aardiger of juist gemener geworden door Lucy’s geboorte? Je kunt dus twee verschillende biografieën schrijven…
Er is ook verschil tussen biografieën van dode en levende onderwerpen. Bij dode hoofdpersonen weet je welke bekentenissen op het sterfbed zijn gedaan, wie wat kreeg in het testament, en is het duidelijk wanneer het boek afgerond is. Anderzijds word je als biograaf waarschijnlijk beïnvloed door de manier van overlijden: van Mozart ‘was het altijd al duidelijk dat hij arm zou sterven’. Je mist dan alle toevalligheden, en alle keuzes die onuitgesproken gemaakt zijn. Alain zegt dat één persoon in feite een opeenvolging van verschillende mensen in hetzelfde lichaam is. Denk maar aan alle verschillende beroepen die je ooit wilde worden, voor Isabel onder andere metselaar en melkboerin, om allerlei verschillende redenen. Wát je uiteindelijk geworden bent, is niet wíé je bent, dat vergeten we bij dode hoofdpersonen nog wel eens.
Is een autobiografie betrouwbaarder dan een biografie?
En dan de autobiografie. Begrijpen we onszelf beter dan onze vrienden dat doen? Nee. Onze herinneringen zijn gekleurd, en vaak ook aangepast, dus onbetrouwbaar. We interpreteren wat af! Een autobiografie zit dus vól verzinsels. Als biograaf van een levende persoon is het dus dubbel zo lastig een waarheidsgetrouwe biografie te schrijven: niet alleen de hoofdpersoon interpreteert, maar de biograaf óók!
Misschien dat de bekende questionnaires betrouwbare resultaten over iemands karakter opleveren? Onze biograaf Alain en Isabel vullen er samen een paar in. Zegt je favo kleur, vogel of bloem iets over je persoonlijkheid? Dat slaat (natuurlijk) nergens op. Handlijnkunde dan? Isabel vindt dat bijgeloof. Maar ze gelooft wél in het lot en in karma, hoewel haar gedrag er blijkbaar niet door wordt beïnvloed. Is dat relevant? Kent Alain Isabel nu beter? Jawel, maar of hij ook haar karakter beter kent …
Is dikker beter?
Tot slot wat over de steeds maar toenemende dikte van de biografieën. We weten niet goed wát we moeten weten om iemand te doorgronden, de biograaf schrijft dus maar álles op. Of is het zo dat gewoonten en zaken van gewone mensen zoals jij en ik triviaal zijn, terwijl diezelfde gewoonten van beroemdheden automatisch wél interessant zijn? (Die gedachte leeft zeker bij de schrijvers van Dagelijkse rituelen en vergelijkbare boeken). Anderzijds, deze triviale zaken weglaten en je als biograaf beperken tot enkele bijzondere trekjes leidt ertoe dat de lezer deze uitvergroot en van de hoofdpersoon een karikatuur maakt. Oók niet goed!
Mijn evaluatie van De biograaf
Dit boek is een roman en dus fictie. Maar het maakt filosofie zó behapbaar dat het voor de helft echt wel non-fictie is, én leerzaam. Alain heeft de gave om je, al filosoferend, op een andere manier naar dingen te laten kijken die je altijd maar voor vaststaand aannam. Natuurlijk weet je dat een (auto)biografie maar een selectie van het leven van iemand weergeeft, maar ik had nooit zo over de details, over relevantie, over interpretatie nagedacht. Ik kijk nu iets anders terug op de bio’s die ik al las, en de bio’s die nog komen (in één ben ik al halverwege) lees ik met andere ogen.
Alain voert Isabel op om zijn stellingen te ‘onderzoeken’ en te ‘bewijzen’, maar verwijst ook naar biografieën van historische figuren om zijn punt te maken. Isabel is verzonnen, maar levensecht, en haar ervaringen en gevoelens zijn zeer herkenbaar. Ook na 30 jaar nog!
Het boek is geïllustreerd met tabellen (over bonbons, bedpartners etc.) en foto’s, onder andere van de grootouders van Isabel. Hoe relevant zijn die, vraag ik me af. En Alain heeft ze waarschijnlijk precies daarom opgenomen. Het maakt wel dat je inderdaad denkt de bio van een ‘echt’ persoon lezen. (Wie zijn die mensen écht, vraag ik me nu af.)
Alain’s schrijfstijl is bijzonder grappig. De passage die Isabel’s huidverzorging beschrijft is herkenbaar én hilarisch. Ze zijn al laat voor een afspraak als Isabel een pukkeltje op haar slaap ontdekt …. Ze missen de afspraak, en wat volgt is 4 pagina’s met reinigingsmelk, tonic, vochtinbrengende crème enzovoorts tot en met het borstelen van de wenkbrauwen. Mét gedetailleerde beschrijvingen van de flesjes, potjes en kleuren. En zo zijn er meer stukken, heerlijk.
Deze stukken maken ook héél duidelijk wat Alain wil zeggen met zijn beschouwingen over details en relevantie. En ook dat het hele ochtendritueel voor vrouwen niks bijzonders is, maar voor mannen superinteressant kan zijn, in 1995 althans. Een goed voorbeeld van triviaal of niet: als het een bio van, zeg, Kim Kardashian zou zijn, was dit vast héél relevant. En ook: kan een mannelijke biograaf wel de ervaringen van vrouwen volledig begrijpen? Daar heb ik óók nooit zo bij stilgestaan. Knap, als je dergelijke voorbeelden kunt geven, verzonnen of niet.
Mis je iets als je dit boek niet leest? Nee. Behalve als je een enthousiast biografieën-lezer bent.
Conclusie
Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant 0, Tijdloos +.
Vorm: Aansprekend+, Verzorgd +, Illustraties +, Structuur +, Schrijfstijl +
FOMO -.
Ik gaf het boek 4*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Lees De biograaf duurzaam …
- via de (online) bibliotheek;
- of uit een minibieb (dat deed ik ook!)!
Koop De biograaf duurzaam …
- bij de kringloop;
- bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
- niet meer beschikbaar bij je lokale boekwinkel, via Libris;
- of via B-Corp Bol (affiliate link).
Keus genoeg!