De genocidefax van Roxane van Iperen uit 2021 gaat over de genocide in Rwanda in 1994. Maar ook gaat het over collectief zwijgen. Dat je uitspreken, verbanning uit de groep betekent, je je baan verliest, het doodsbedreigingen oplevert. En dat er toch dappere klokkenluiders zijn die het zwijgen doorbreken. Roxane stelt ons de vraag: wat zou jij doen?
Roméo Dallaire is zo’n klokkenluider en over hem gaat dit essay. Hij is de commandant van de VN-troepen in Rwanda. Hij waarschuwt zijn meerderen dat er een genocide aanstaande is. Er komt geen actie. Achteraf zegt de VN: we wisten het niet. Dallaire heeft duidelijk moeite met het opvolgen van de bevelen, omzeilt de hiërarchie met de beroemde fax en getuigt later tegen zijn opdrachtgevers. En dat gaat hem niet in de koude kleren zitten. Zijn gevoelens en acties zijn gedetailleerd omschreven, het maakt dit essay heel persoonlijk.

Het essay De genocide-fax …
… begint met een aantal aansprekende voorbeelden: het geweld tijdens de politionele acties in Indonesië, seksueel overschrijdend gedrag, de toeslagen affaire. Hierbij was steeds een grote groep mensen langdurig betrokken, mensen die zichzelf fatsoenlijk en autonoom vinden maar waarvan niemand zich aan de groepsloyaliteit ontworstelde om zich uit te spreken vóór de slachtoffers.
Wij denken dat wijzelf wél zouden optreden. Wij zouden de Joden tijdens WO2 wél hebben beschermd. Roxane noemt dat een wensgedachte, want de kans daarop is gewoon klein. Bevestiging, loyaliteit aan de groep is onze sterkste waarde, uitsluiting onze grootste angst. Roxane werkte jarenlang als juriste in het bedrijfsleven en zag van dichtbij het wegwuiven van mistanden, het meegaan in immorele praktijken. Zelfs de meest uitgesproken en zelfredzame mensen conformeren zich. Conformistische culturen komen ook voor in vooruitstrevende organisaties, zelfs bij het Apple van Steve Jobs. Niks geen ‘rebels’. Roxane verschuift haar aandacht naar staatsoppressie en overheidsgeweld. In Amerika (racistisch politiegeweld), Brazilië (dictatoriaal regime) en ja, Nederland tijdens WO2. En in elk van die omstandigheden waren er mensen die helpen onderduiken, zich uitspreken: klokkenluiders.
Rwanda tot 1993
Het fenomeen conformistische cultuur kwam ook tot uitdrukking rond de genocide in Rwanda in 1994. De zwijgcultuur en het wegkijken verlamde de VN en de internationale gemeenschap. Wat gebeurde er dan in Rwanda?
België had Rwanda in 1916 op Duitsland veroverd, en liet haar besturen door lokale ‘chiefs’. De Rwandese bevolking bestond uit 90% Hutu’s, voornamelijk akkerbewerkende boeren, en 9% Tutsi, veehouders, wat als beroep in hoger aanzien stond. De landbouwers konden veeboer worden en andersom. Men woonde naast elkaar en trouwde onderling. De 1% Twa was een pygmeeënvolk, dat meer op afstand van de Hutu’s en Tutsi leefde.
De Belgen waren van mening dat sommige rassen beter waren dan andere, en rangschikten ze op fysieke kenmerken: schedelomvang, neusvleugelbreedte, etc. Ze vonden dat de Tutsi’s het dichtst bij de Europeanen stonden, het beste ras waren. Elke Rwandees kreeg een identiteitskaart, dat vergemakkelijkte het bestuur. De gemengde samenleving werd in hokjes gestopt. De Tutsi’s kregen beter onderwijs, grotere stukken land (afgenomen van de Hutu’s) en de administratieve en overheidsbaantjes. De katholieke missionarissen echter kozen de kant van de Hutu’s en streefden naar hun emancipatie.
In 1959 kwamen de Hutu’s in opstand tegen de Belgen én de Tutsi’s: de Boerenopstand. Duizenden Tutsi’s werden vermoord en honderdduizenden vluchtten naar buurlanden. De Belgen riepen de noodtoestand uit, en in 1960 organiseerden ze verkiezingen. De Hutu’s wonnen en in 1962 werd Rwanda zelfstandig. De Belgen vertrokken, Rwanda is dan een land met groepsrivaliteit en etnische haat.
Rwanda 1993 en 1994
Fast forward naar 1993. Er is na 30 jaar burgeroorlog een vredesakkoord, en de VN-blauwhelmen van Roméo Dallaire moeten de vrede bewaren, 540 Belgische paratroopers samen met een assortiment troepen uit ontwikkelingslanden. Hij heeft maar weinig manschappen, zo’n 2500, bijna geen uitrusting, en weinig budget. Zijn niet-Belgische manschappen zijn nauwelijks getraind en ongemotiveerd. Zijn ‘bazen’ van de VN zijn slecht bereikbaar, alleen tijdens kantooruren, en ongeïnteresseerd.
Dat is vervelend, want de Hutu’s zijn niet van plan zich aan het vredesakkoord te houden. Dallaire vraagt maandenlang om versterking om de moord op de Tutsi’s te voorkomen, maar heeft geen gehoor gekregen. In april 1994 vermoordden de Hutu’s tien Belgische militairen. Daarna komt de VN wél in beweging: er worden veel manschappen en materieel ingezet. Maar alleen om de Europese bevolking te evacueren, de Tutsi’s worden niet geholpen. Op de Belgische basis zitten duizenden Tutsi vluchtelingen, Hutu milities hebben het terrein omsingeld.
De Belgische blauwhelmen moeten vertrekken, terwijl ze precies weten wat er gaat gebeuren. Alle Tutsi’s, zo’n 20.000 worden vermoord, hoe handig waren die ID-kaarten! Eind april haalt de VN 90% van de vredesmissie terug, en de Hutu’s hebben vrij spel. 800.000 Tutsi’s worden vermoord in de 3 maanden daarna.
De genocide-fax
Wat heeft dit met groepscultuur en klokkenluiders te maken? Nou, in januari 1994 is de VN hiervoor al gewaarschuwd. Op 11 januari stuurt Roméo Dallaire, de commandant van de vredesmissie, een fax van 2 pagina’s naar het hoofdkantoor in New York: de genocide fax. Naar het hoofdkantoor ja, niet naar zijn VN-baas in Rwanda. Die baas is afstandelijk en ongeïnteresseerd. Maar Dallaire heeft iets belangrijks te melden: hij heeft een informant in de Hutu-gelederen. Deze heeft hem de vorige dag van de plannen verteld, van de wapenleveringen aan Hutu-milities, van trainingen voor moord-campagnes. De informant is overtuigd Hutu, maar de ‘uitroeiing’ gaat hem te ver.
Dallaire wil snel actie op de wapenarsenalen en bescherming voor zijn informant. Dat zal zijn lokale baas niet snel doen en dus stuurt hij de fax naar een vriend op het hoofdkantoor. Het antwoord op de fax, van het hoofd van de vredesmissies aan Dallaire’s lokale baas, is: geen VN-acties en niks geen bescherming. De informatie wordt ook niet met de VN Veiligheidsraad gedeeld. Dallaire heeft zijn meerderen niet overtuigd. In New York begrijpen ze niet wat er speelt.
Wisten ze het niet? Of wilden ze het niet weten?
En dat is ná de genocide ook het excuus van de internationale gemeenschap: we wisten het niet. Maar na onderzoek van de George Washington Universiteit in 2020 blijkt: ze wisten het wél. Niet alleen door de fax en alle berichten van Dallaire erná. Ook door rapporten van de CIA, ooggetuigenverslagen van ngo’s als Artsen Zonder Grenzen en Oxfam. Niets doen was een combinatie van groepsloyaliteit, eigenbelang en ver-van-mijn-bed. Want waarom deed de Veiligheidsraad niets?
De VS wilde geen ‘herhaling van Mogadishu’, waar in oktober 1993 Amerikaanse troepen werden gelyncht, en ze hadden ook geen financiële belangen in Rwanda. China en Rusland waren niet geïnteresseerd in Rwanda, Engeland leverde wapens aan de Hutu-regering, Frankrijk leverde militaire steun. En allemaal dachten ze dat die zogenaamde ‘etnische onlusten’ het publiek toch niet kon schelen, dus geen potentiële reputatieschade opleverde. En ook in Nederland was er nauwelijks belangstelling: Heineken, ging daar gewoon door met bierbrouwen, bier dat de milities nóg meer ophitste. Er was toch vraag naar bier?
In 1998 vindt het Rwanda-tribunaal plaats. Dallaire moet getuigen, maar mag niet over de genocide-fax en andere informatiestromen tussen Rwanda en New York praten. Hij doet het toch, en wordt in 1999 ontslagen. Hij lijdt aan PTSS en wordt alcoholist, hij kan zijn schuldgevoel niet verwerken. Bij de VN bleven de gelederen gesloten, het hoofd van de Vredesmissies was destijds Kofi Annan ….
Mijn evaluatie van De genocidefax …
Ik geef eerlijk toe, voor mij was dit ook ver-van-mijn-bed, ik kan me hier niets van herinneren. Ik vind het nuttig om ook van deze genocide meer te weten, want de geschiedenis lijkt zich steeds maar weer te herhalen. De Joden in WO2, de Tutsi’s in 1994, de Oekraïners en Palestijnen in 2025, zo anders is het allemaal niet. En ook al twijfelen we, demonstreren we, we doen te weinig. We laten wandaden onbestraft. Dit verhaal, wat feitelijk bewezen is, is daardoor nog steeds relevant.
Roxane schrijft vanuit de positie van Dallaire, en beschrijft de ellende heel levendig, te levendig soms, als het gaat om de machetes, de knuppels, de groepsverkrachtingen. Dat maakt het des te erger om te weten dat we, westerse wereld, bewust niets deden om het te voorkomen. Dé fax is aan het eind toegevoegd, en valt op door het feitelijke, onderkoelde taalgebruik.
De relatie die ze legt met alle andere misstanden in de wereld is interessant, want er is natuurlijk een rode draad. Niet alle misstanden eindigen met genocide, maar onze afstandelijkheid is gelijk. Niet ons land. Of niet ons soort mensen. Hoe ver zal onze hulp aan illegalen gaan? Hoe ver zal mijn hulp aan illegalen gaan? Of ga ik me verschuilen achter ‘de wet’ en ‘de politiek’?
(PS: ik zocht even op hoe het met Dallaire afliep: hij was senator in Canada en heeft diverse eredoctoraten. In Canada wordt hij gezien als een held.)
Conclusie
Inhoud: Leerzaam +, Onderbouwd +, Relevant +, Tijdloos +.
Vorm: Aansprekend+, Verzorgd 0, Illustraties +, Structuur +, Schrijfstijl +
FOMO -.
Ik gaf het boek 4*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Lees De genocide-fax duurzaam …
- via de (online) bibliotheek;
- digitaal en gratis via Kobo Plus;
- of uit een minibieb (dat deed ik ook!)!
Koop De genocide-fax duurzaam …
- bij de kringloop;
- bij een tweedehandsboekenwinkel zoals Boekwinkeltjes;
- bij je lokale boekwinkel, via Libris (aff);
- of via B-Corp Bol (aff).
Keus genoeg!
Pingback: Topboeken: de beste boeken van Q3 2025 | ESCIA – 1001boeken
Pingback: Familie: ‘nicht’ Roxane van Iperen | ESCIA – 1001boeken